O último - Reisverslag uit Kaatsheuvel, Nederland van Iris Wanrooy - WaarBenJij.nu O último - Reisverslag uit Kaatsheuvel, Nederland van Iris Wanrooy - WaarBenJij.nu

O último

Blijf op de hoogte en volg Iris

14 April 2013 | Nederland, Kaatsheuvel

Ik zou natuurlijk kunnen doen alsof dit een kort blogje wordt. Zou het zelf ook zeer op prijs stellen, maar mij inmiddels een beetje kennende zal dat wel weer niet lukken. Goed. Waar waren we gebleven? Op weg naar Chili geloof ik.

Eindelijk een keer een rustige grensovergang en na 5 uur waren we al in Osorno, Chili. Daar moesten we nog een kleine anderhalf uur wachten op de bus die ons naar Valdivia zou brengen, waar we gingen overnachten. Rond 21u waren we bij ons eco-hostel. Superschattig met een tuintje met eigen kruiden en mensen met gitaren rond een kampvuur. Helaas blijven we hier maar een nachtje. Snel boodschappen gaan doen voor morgen dus. Mennn, wat een enorme supermarkt. En wat een normale mensen. Ze staren niet en zeggen gewoon beleefd hallo. Wereld van verschil. Vind het hier nu al leuker. Aangezien we al tijden op steak leefden, besloten we vandaag eens lekker naar de Chinees te gaan. ’s Avonds niet veel meer gedaan. Zelfs het kampvuur met kumbaya liedjes hebben we afgeslagen.

Na een heerlijk ontbijtje met échte yoghurt met fruit en muesli en échte bruine boterhammen moesten we al weer op pad. Helaas zijn in Chili de wegen net zo versleten als in de rest van Zuid-Amerika. Bij de bushalte stapte ik half in een gat en ging plat op m’n smoel mét volledige bepakking. Het is een wonder dat ik nog overeind ben gekomen. Snel handjes gedesinfecteerd en de bus in gegaan. Die vallen helaas wel een beetje tegen in vergelijking met Argentinië. Rond 20u kwamen we aan in Santiago aan. Daar stonden Javiera (vriendin van Mahlet) en Javier (haar vriendje) ons al op te wachten. Zij hebben eerst heel lief onze bustickets naar Valparaíso en Mendoza geregeld en dollars gehaald en hebben ons vervolgens ook nog ‘thuis’ gebracht. Nadat we onze tassen gedumpt hadden, zijn we nog even met z’n vieren naar de fontein gegaan om te genieten van de lichtshow en (bij) te kletsen.

De volgende dag hebben we lekker uitgeslapen en op ons gemak ontbeten. Rond lunchtijd zouden Javiera en Javier ons op komen halen, maar ze waren op z’n Zuid-Amerikaans natuurlijk te laat. Toen ze er eindelijk waren, zijn we eerst lunch gaan halen. Echte Chileense empanadas met als toetje Mote con Huesillos. Een koud, zoet drankje met rare granen en gedroogde perziken. Niet echt mijn favoriet. Nadat we onze lunch genuttigd hadden bij het neppe kasteel van Santiago moesten de Javito’s een cursus geven en zijn wij de stad gaan verkennen. Eerst het uitzicht over de stad vanaf het kasteel bekeken. We konden zeker 50 meter ver kijken, daarna werd de smog te dik. Vervolgens zijn we even naar de overdekte markt met allerlei souvenirswinkeltjes gelopen. Allebei geslaagd, dus we konden door naar de Plaza das Armas. Daar was het een drukte van jewelste met allerlei straatartiesten die iedereen fantastisch vond. Nadat willekeurige mensen gingen poseren op onze foto van de kerk vonden we het welletjes. Een snelle blik binnen geworpen, maar het was niet echt de moeite waard. Om 19.30 hadden we afgesproken voor het ‘witte huis’. Wij waren natuurlijk keurig op tijd, maar onze hosts lieten even op zich wachten. Gelukkig hadden wij het picknickkleed nog bij ons, want het begon inmiddels aardig af te koelen. Javiera had haar telefoon in de bus laten liggen, maar na een wild goose chase had ze hem terug weten te krijgen. Snel met de metro naar la Piojera, de Clochard van Santiago, waar de broer en vrienden van Javiera al op ons stonden te wachten. 20.30 en iedereen liep ladderzat, kotsend en zoenend rond. Erg gezellig. We moesten hier echter naartoe om een traditioneel drankje te drinken, de earthquake. Alcohol, alcohol, ananassorbet en nog meer alcohol. De naam zegt het al: je beentjes gaan er aardig van trillen. Geloof dat er ook nog ergens een aftershock te krijgen was, maar dat hebben we niet meer aan gedurfd. Na deze alcoholbom was het tijd voor nog een typische delicatesse. Chorillana, de Chileense kapsalon. Met een flinke bodem konden er ook weer wat drankjes in en inmiddels hadden we ook genoeg moed verzameld om een dansje te wagen. Uitermate hilarisch natuurlijk, mijn oerhollandsbloed in combinatie met de Zuid-Amerikaanse heupjes. Alsof dat al niet erg genoeg was, werd ik buiten ook nog ‘aangevallen’ door en mimespeler met een irritante piepjesstem. Nadat alles zorgvuldig op film was gezet, besloten ze me toch maar te redden van die creep. Uiteindelijk lagen we moe, maar voldaan van een hele gezellige avond veilig in ons bedje.

De volgende ochtend ging de wekker al vroeg, want onze bus vertrok om 8u naar Valparaíso. Slapen was er dit keer helaas niet echt bij, want de airco in de bus stond op standje noordpool. Om half 10 waren we er gelukkig al, maar natuurlijk besloten we op de verkeerde plek uit te stappen. Daardoor kregen we wel weer iets typisch Chileens te zien. Ze zijn hier nogal van het klimmen in hoge dingen. Een aantal weken geleden was er al eentje kunstjes aan het doen op een elektriciteitskabel (liep overigens niet zo heel goed af, want meneer werd geëlektrocuteerd) en nu zat er eentje zo’n 50 meter hoog in een boom. Omringd door valkussens van de brandweer was hij ongetwijfeld zijn politieke ontevredenheid aan het verkondigen. Aangezien het eruit zag alsof hij er voorlopig nog niet uit wilde komen, zijn we toch maar door gelopen. Niet helemaal gerealiseerd dat Valpo (zoals de locals het noemen) volledig gebouwd is op heuvels, dus we moesten ongeveer 6 km omhoog naar ons ontbijttentje. Hierna was het gelukkig alleen nog maar heuvelaf naar de haven, waar we even rond gestruind hebben. Het schijnt dat Valparaíso ontzettend veel kunstenaars, schrijvers en dichters heeft voortgebracht en dat kunnen we ons nu wel voorstellen. Het is echt een idyllisch stadje met bergjes en kabelbaantjes en overal graffiti en kunst op de muren. Word er bijna zelf creatief van. Bij de haven wilden we even van het uitzicht genieten op een bankje, maar dat maakt je natuurlijk makkelijk slachtoffer voor bedelaars en zwervers. Dit keer was het echt een winnaar. Ontzettend getalenteerd ook. Hij was voor iedereen aan het zingen en dansen en wilde heel graag een gesprekje met ons aanknopen. Toen hij geen reactie kreeg op normale vragen, werden ze wat schunniger. Voor zover we zijn Spaans konden verstaan natuurlijk. Het kwam er geloof ik op neer dat hij ons haar wel mooi vond en zich afvroeg of het daar beneden dezelfde kleur had. Toen konden we onze lach natuurlijk niet meer inhouden tot zijn grote plezier. Gelukkig ging hij weg voordat het echt ongemakkelijk werd. Lekker een kopje koffie/chocomel gaan drinken voordat we gingen beginnen aan de gratis tour door de stad. Deze werd natuurlijk gegeven door een ontzettend enthousiaste Amerikaanse. In 2.5 uur werden we door de stad geleid onder het genot van leuke feitjes en interessante geschiedenis. Wij hadden ondertussen vooral heftige discussies met een Zwwed over de verschillen en overeenkomsten tussen Nederland en Scandinavië. Ook heel nuttig. Na de tour zijn we met hem nog maar een keer Chorillana gaan eten in het restaurant waar het ‘uitgevonden’ is. Daarna was het helaas alweer tijd om terug te gaan naar Santiago. Half bevroren kwamen we daar om 22u aan, snel met de metro naar huis en naar bed.

’s Ochtends moesten we helaas weer op tijd op, omdat we onze tassen alwéér moesten inpakken en uitchecken. Aangezien onze bus pas om 16u vertrok, besloten we eerst maar op ons gemakje te gaan lunchen bij de Peruaan. Toen was het nog steeds niet laat genoeg, dus zijn we ook nog maar een drankje gaan drinken op het terras. Het is tenslotte vakantie. Een beetje aangeschoten strompelden we terug naar het hostel om onze tassen op te halen. Toen mochten we gezellig met al onze tassen in een drukke, oververhitte metro. Sorry voor iedereen die we vermorzeld hebben. Op de terminal nog even ons Chileens geld gewisseld voor Dollars om winst te kunnen maken op de peso’s. Alle eurootjes tellen op dit moment. De busrit leek voorspoedig van start te gaan, maar om 18.30 stonden we alweer stil, want er was maar 1 weghelft open. We moesten tot 20u wachten voor we verder konden richting de grens. Na een prachtige zonsondergang in de bergen te hebben aanschouwt, konden we weer verder. Ondanks dat we als een van de eerste tourbussen bij de grensovergang waren, duurde het eeuwig voor we over de grens waren. Eén mensje aan de Chileense kant en eén mensje aan de Argentijnse kant. Tegen de tijd dat wij erdoor waren, stond er alweer een rij tot Santiago ongeveer. We kwamen dan ook pas om 1u ’s nachts bij ons hostel in Mendoza aan. Daar regelden ze meteen een tour voor de volgende dag voor ons en ze lieten om 2.30 een mannetje komen om onze dollars te wisselen. Hop, 30 euro verdiend. Dat slaapt een stuk beter.

’s Ochtends zijn we voor onze wijntour naar de busterminal gegaan om ons kaartje naar Buenos Aires te kopen. Terug bij het hostel hoorden we ineens twee heel bekende stemmen. Daar stonden Ingeborg en Sander weer, die we ook al in Ushuaia en El Calafate hadden gezien. Heel gezellig, dus meteen afgesproken om elkaar ’s avonds bij de bbq te meeten om bij te kletsen. Toen was het tijd voor ons om op wijntour te gaan. Met een busje werden we bij de eerste wijngaard gedropt. 10 uur ’s ochtends en we stonden nu al weg te branden in de zon. Het verhaaltje zelf was redelijk saai, omdat we het heel de tijd eerst in het Spaans kregen en vervolgens ook nog in slecht Engels. De wijn was ook niet echt te pruimen, maar met die hitte sloeg ‘ie in ieder geval lekker snel aan. Hierna gingen we gelukkig naar een olijfoliemaker. Hier mochten we heerlijke tapenades en speciale olijfolies proeven. Daarnaast hadden ze ook zeepjes en crèmepjes met olijfolie erin. Na afloop waren we dus helemaal zacht en verzadigd en klaar voor de 2e bodega. Dit was een hele grote en we kregen zelfs onze privé rondleiding in het Engels. Vervolgens mochten we ook nog eens wijnproeven in de ridderkelder, dus dat was natuurlijk helemaal leuk. Na een heerlijke 3-gangen lunch was het alweer tijd voor de 3e wijnmaker. Inmiddels hadden we zo ongeveer alles gehoord wat er over wijnmaken te vertellen valt, dus echt geïnteresseerd waren we niet meer. Iedereen wilde vooral snel naar de proeverij. Die viel helaas een beetje tegen. Nog een laatste stop te gaan. Een heel schattig familiebedrijfje dat likeur, chocola, jam en tapenades maakt. Vrouwtje sprak geen woord engels, behalve: ‘No Diet!’, waarop ze naar haar zwembandjes greep. Na al die vieze wijn, gingen de shotjes likeur er wel in en met chocola als toetje zat iedereen tevreden onderuitgezakt in het busje terug naar ‘huis’. ’s Avonds hebben we genoten van een heerlijke bbq met Ingeborg en Sander. Helaas zat onze kamer recht naast de feestzaal en de pingpongtafel. Daar mochten we dus tot 3.30 van genieten.

De wekker ging helaas al weer om 5.30, want voor we opgehaald werden voor de High Andes tour moesten we nog uitchecken. Om 7 uur vertrok de tour en de eerste stop was een mooi uitzichtpunt over een meer met een stuwdam. Daarna was het tijd voor een plaspauze en een kop koffie. Vervolgens reden we naar de Punto del Inca. Het is een natuurlijke brug die uit de berg is uitgesleten door de rivier die eronder stroomt. Alle mineralen in de berg zorgen voor de meest fantastische kleuren in de brug. Ernaast was ook nog een gezellig souvenirmarktje waar we eindelijk ons Argentijnse aandenken hebben gekocht. Hierna was het tijd voor de berg waar de tour om draaide, de Aconcagua. Buiten de Himalaya, de hoogste berg ter wereld. Normale mensen doen er 12 dagen over om hem te beklimmen. Een week voor ons was het oude record gebroken en het nieuwe stond nu op 15.5 uur. Vraag me af of je dan nog wel tijd hebt om van het uitzicht te genieten, maargoed. Nadat we de berg en de omgeving van alle kanten gefotografeerd hadden, zijn we naar een restaurantje gereden om te lunchen. Terwijl we bij het buitenhuisje van een of andere koning stonden, besloot de berg aan de overkant af te breken. Gelukkig hebben we ook dat overleefd en konden we beginnen aan de terugreis. Onze lieve gids vond het heel zielig dat we nog nooit het traditionele drankje van de Argentijnse Gaucho’s hadden gedronken, dus hij bood zijn mate ‘spontaan’ aan. Smerig! Het is een ontzettend bitter kruidendrankje waar ze de hele dag aan lurken. Ontzettend onhandig lijkt me als je ondertussen koeien aan je lasso moet rijgen. Hebben die Bolivianen met hun cocabladeren het toch beter bekeken.

Redelijk gebroken kwamen we weer bij het hostel aan en toen moesten we nog aan de busreis naar Buenos Aires beginnen. Na alle batterijen opgeladen te hebben, inclusief die van onszelf, richting terminal. Om 22u ging de bus en de volgende dag kwamen we rond 13u aan in de Argentijnse hoofdstad. Een bus naar Encarnacíon, Paraguay geregeld voor 19u, tassen gedumpt en nog snel even de stad in. Op zondag is er een grote antiekmarkt vlakbij ons oude hostel en aangezien we die de vorige keer gemist hadden, besloten we er nu even overheen te lopen. Wederom was heel de stad uitgestorven, maar bij de markt was het een drukte van jewelste. Na ons langs een paar kraampjes gewurmd te hebben, zijn we een restaurantje ingevlucht. Daar was het helaas niet minder druk dan op straat. Het duurde dan ook even voor we ons eten hadden, maar het was het wachten waard. Inmiddels was het wel al weer tijd om terug te keren naar de busterminal. Daar moesten we zelfs door de douane, omdat we een internationale bus hadden. Rare Argentijnen. Onze bus was al lang niet meer te laat geweest, dus vandaag was het prijs. Uiteindelijk konden we een uur te laat gelukkig toch vertrekken. Doei Buenos Aires, waarschijnlijk tot niet heel snel.

Een Dictator, slaapje en een typisch Argentijns ontbijt (medialunas) later waren we alweer bij onze 2e grens in 3 dagen. Meteen was het verschil merkbaar. We waren de Argentijnse grens nog niet over of de bus stroomde vol met Paraguayaanse verkopertjes die ons telefoons en thermosflessen wilden aansmeren. Nee bedankt, mogen we gewoon de grens over? Dit keer mochten we er zelf niet uit, maar moesten we onze paspoorten inleveren. Altijd spannend of je ‘m dan nog wel terug krijgt. De politie schijnt er hier nogal een handje van te hebben om je paspoort ‘kwijt’ te raken, maar hem wel te kunnen vinden als je ze wat toeschuift. Gelukkig ging het dit keer goed en kregen we ons eigen paspoort terug. Na ongeveer 5 minuten waren we al in Encarnacíon. Niet dat iemand dat even kwam vertellen, maargoed. We waren natuurlijk een makkelijk slachtoffer voor alle verkopertjes, omdat we stilstonden met een kaartje. Uiteraard kwam er ook meteen een taxichauffeur op ons af die het deed lijken alsof ons hostel mijlen ver bergop was. Aangezien het inmiddels al zo’n 38 graden was, lieten we ons overhalen om de taxi te nemen. Stom. Hostel bleek maar 3 blokjes van de terminal vandaan te zijn. Ach, het geld moet toch op. Na even uitgepuft te hebben in de airco hebben we onze Chileense pasta maar eens gekookt. Dat kostte zoveel energie dat we na het eten echt weer even moesten afkoelen. Rond 16u zijn we boodschappen gaan doen. Heel naïef dachten we dat de ergste hitte misschien al wel over zou zijn. Niet dus. Dapper hebben we doorgezet en we zijn zelfs nog even naar het strand gelopen. Daar brandden we echter weg en na verkoeling te hebben gezocht in het pinhokje zijn we snel naar de supermarkt gelopen. Die bleek verder dan gedacht, dus een waterijsje was absolute noodzaak. ’s Avonds zijn we heerlijk luxe uit eten gegaan en toen we rond 22u terugliepen was het voor het eerst enigszins uit te houden. Dat beloofd wat voor de komende dagen.

Bij het ontbijt de volgende ochtend werden we uitgenodigd door familie van het hostel om met hen mee te gaan naar de ruïnes bij Trinidad en Jésus. Daar zeggen we natuurlijk geen nee tegen, Spaans sprekende mensen. Achteraf gezien maar goed ook, want zelf waren we er nooit gekomen. Bij de terminal zeiden ze doodleuk dat de bus niet ging. Toen we het aan een ander mannetje gingen vragen was de bus er echter ineens na 10 minuten al. Natuurlijk zonder airco, maar gelukkig was het niet heel ver en bleef de zon ook netjes achter de wolkjes. Na een klein stukje wandelen kwamen we bij de eerste ruïne. Fijn dat we locals bij ons hadden, want er stonden geen bordjes ofzo. Die Paraguayanen moeten echt iets aan hun toeristvriendelijkheid doen. Na de ruïne van alle kanten bewonderd te hebben, moesten we de motortaxi nemen naar Jésus. Dit was veruit het spannendste van de dag, want het ding viel nog net niet van ellende uit elkaar. Met z’n vieren erin gepropt moesten we vervolgens ook nog de gewone autoweg op. Op hoop van zege. Gelukkig is het allemaal goed gegaan. Helaas was de tweede ruïne niet zo indrukwekkend als de eerste en daar waren we dan ook snel klaar mee. Natuurlijk niet weggegaan voordat we een hele tas met mango’s verzameld hadden. Yes! Eindelijk m’n eigen mango’s uit de boom geplukt. Terug met de taxi naar de bushalte en daar kwam de bus gelukkig meteen aanrijden. Thuis hebben we geluncht met cornflakes en onze eigen geplukte mango’s. Njammie! De rest van de middag hebben we niet veel meer gedaan en ’s avonds zijn we gezellig gaan eten met de Duitser en Koreaan uit onze dorm.

De volgende dag werd benoemd tot rust en regeldag. Mahlet is naar een internetcafé gegaan om haar foto’s te regelen en ik ben toch maar eens m’n (vorige) blog gaan schrijven. Sorry voor de mensen die dachten dat ik toen pas naar Chili ging 0:). Ik werd gelukkig niet lastig gevallen door 14 jarige jongetjes die vonden dat ze wel genoeg ervaring hadden voor een oudere vrouw. Rond 18u was het nog steeds 40 graden. Niet te harden, maar aangezien we niet geluncht hadden vonden we het inmiddels wel tijd voor avondeten. Helaas hadden we er geen rekening mee gehouden dat de siësta hier van 12 uur ’s middags tot zonsondergang is. Dat werd dus een slechte hamburger in een tentje zonder airco in plaats van heerlijke sushi. Na het eten wilden we het kaartje voor de bus van morgen gaan halen. We konden echter geen straatnamen ontdekken. Alleen maar blanke villa’s, met blanke auto’s en Deutsche herders, ja! Twee tippelende meisjes wisten de straatnaam ook niet, maar wisten ons gelukkig wel in de richting van de terminal te wijzen. Daarna zijn we lekker naar het strand gegaan om eindelijk onze beloofde verjaardags/geslaagd/sorrydatikjefietsheblatenstelen cocktail te drinken. We snapten de ober niet helemaal en toen stond er opeens een liter alcohol voor onze neus. Oeps, dat is misschien toch wel een beetje veel. We hebben ons best gedaan, maar het is ons niet gelukt hem op te krijgen. Een beetje aangeschoten zijn we terug naar huis gestrompeld om heerlijk in ons bedje te kruipen.

Vrijdagochtend bestond voornamelijk uit tas inpakken, nutteloos douchen (het was om 10u al zo’n 39 graden), ontbijten en uitchecken. Helaas geen kamer met airco meer dus. Een van de ‘specialiteiten’ in Paraguay is de Lomito Arabe, döner kebab. Die moesten we natuurlijk wel een keer proeven, maar alweer waren alle leuke tentjes dicht toen wij wilden lunchen. Gelukkig was er een schattig familiebedrijfje die ons een heerlijke sandwich voor geschoteld hebben. Daarna was het tijd om de tassen op de rug te hijsen en in 42 graden door de zon naar de busterminal te zeulen. Hoezee! Allerlievelingste. Gelukkig was de bus ook nog te laat en deed de airco het niet echt fenomenaal. Het was gemiddeld zo’n 37 graden in de bus. Heerlijk! Na een verschrikkelijke rit kwamen we rond 19u in Asuncíon aan, de hoofdstad van Paraguay. Eindelijk weer een keer een kamer voor ons twee en nog met airco ook. Nadat we gesettled waren zijn we nog even een salade gaan eten en daarna gewoon op tijd naar bed.

Ons oorspronkelijke plan was om naar de Laguna Blanca te gaan. Aangezien we gehoord hadden dat dit gebied lastig zelf te bereiken is, hadden we een offerte opgevraagd bij een reisorganisatie. Wat zij ons te bieden hadden was helaas ver boven budget. Paraguay is nog niet echt bezig met het promoten van toerisme in eigen land. Hierdoor konden we geen andere touroperators vinden die reisjes die kant op aanboden. ’s Ochtends bij het ontbijt raakten we echter aan de praat met een Schot die er net zelf naartoe was gegaan. Het was helemaal niet zo moeilijk te bereiken als iedereen zei en hij had zelfs een telefoonnummer van de ranch die slaapplaatsen aanbood. We raakten natuurlijk helemaal enthousiast. Als we diezelfde dag nog zouden gaan, konden we het nog redden. De receptiemevrouw bood zelfs aan om te bellen. Het was helaas te mooi om waar te zijn, want het zat al helemaal vol. In plaats daarvan zijn we dus maar met de schot naar een nabijgelegen plaatsje gegaan. Het plan was om wat van de omgeving te zien, maar omdat de heenreis heel lang duurde zijn we niet verder gekomen dan een lunch in een Frans restaurantje waar onze reisgenoot de eigenaresse (een echte franse heks) tot waanzin dreef. Nog even snel een fotoshoot bij de zonsondergang boven de rivier en daarna terug naar Asuncíon. Ondanks de kleine tegenslag van vanochtend toch nog een leuke en intensieve (die Schotten zijn echt amper te verstaan) dag gehad. Op de terugweg zat de bus redelijk vol, waardoor Mahlet naast een, schijnbaar, dakloos jongetje kwam te zitten. Tegen de tijd dat we terug waren in de stad had hij haar zover gekregen een maaltijd voor hem te kopen. Hij kreeg ook nog eens kapsones, want een hamburger van het standje op het station was niet genoeg. Meneer moest naar een restaurant. Nou dat leverde hem heel snel een ultimatum van mijn kant op en toen was die hamburger opeens toch wel aantrekkelijk. ’s Avonds zijn we met de Schot nog een drankje gaan drinken, waarna we op een enigszins schappelijke tijd zijn gaan slapen. Helaas niet meer op een tweepersoonskamer.

De volgende dag lekker rustig aan gedaan. Van sightseeing met 45 graden word je niet echt heel gelukkig. Helaas waren vandaag bijna alle musea gesloten, dus konden we binnen geen verkoeling zoeken. Zijn even over het souvenirmarktje gelopen, want we moesten natuurlijk nog wel een aandenken aan dit prachtige land hebben. Het blijft Zuid-Amerika: er werd gewoon iemand in de open lucht getatoeerd. Het kan allemaal. Nog even naar de rivier gelopen, maar ook dat bracht niet echt verkoeling. Omdat er nog een groot deel dag over was, zijn we op zoek gegaan naar een winkelcentrum met een bioscoop. Dat hadden we heel onze reis nog niet gedaan en leek ons wel een keer leuk. Gelukkig vonden we er een en er draaide ook nog een leuke komediefilm. Eerst nog een potje airhockey, wat een jeugdsentiment! Die komedie was achteraf een goede keus, want de bioscoopzaal was doodeng. Pikdonker en we zaten er letterlijk helemaal alleen in opgesloten. In eerste instantie zaten we niet helemaal achterin, maar toen de film met een oorverdovend lawaai begon hield ik het niet meer. Ik moest achterin zitten, want anders zat ik alleen maar achterom te kijken of er niemand achter mijn rug stond. Gelukkig konden we na een tijdje toch ontspannen en genieten van de film. Na de film hebben we éindelijk onze lomito arabe (het blijkt gewoon een durum doner te zijn, maar dan stiekem wel lekkerder) kunnen eten. Als bonus vielen we ook nog eens midden in een live concert van schattige opaatjes die ons de wonderschone Paraguayaanse muziek ten gehore brachten. ’s Avonds wilden we heel braaf onze dagboeken bijschrijven, maar Argentijnen gooiden roet in dat eten. Een bandje dat een paar dagen door Paraguay aan het touren was besloot voor onze deur te zingen en spelen. Te gezellig, dus besloten we ons daar maar aan over te geven. Dat dagboek komt later wel. Veel te laat naar bed natuurlijk.

Volgende dag ontbeten, tas maar weer eens ingepakt en op naar het station. Voor ons, inmiddels doorgewinterde buszitters, een relatief kort tochtje naar Ciudad del Este. Ik kom weer dichter in de buurt van bekend gebied, de Braziliaanse grens. Op het station aangekomen eerst weer de volgende en voor mij laatste (sniksnik) busreis gekocht. Gelukkig zat ons hotel (ja, er zijn amper hoStels te vinden hier. Wat een luxe!) vlakbij het busstation. In de zinderende hitte met meer dan 20 kilo aan ons lijf zijn we daarheen gestrompeld. Ook hier is de armoede duidelijk aanwezig. Naast het station is een flink tentenkamp ontstaan van dakloze gezinnen. Kindjes zitten in hun blote billetjes met afval te spelen. Echt aangrijpend. Helemaal als je dan zelf een paar honderd meter verderop in een heerlijk schoon bed kruipt in een kamer met airco. Die wilden we het liefst ook niet verlaten, want ook hier is het ruim 40 graden. Omdat we na een dagje bussen wel weer even de benen wilden strekken en onderhand toch ook wat honger kregen, besloten we een leuk restaurantje op te zoeken. Dat bleek op zondag nog moeilijker gezegd dan gedaan, maar uiteindelijk vonden we een ‘Italiaan’ waar we een lekkere pizza op hebben. Daarna hebben we optimaal genoten van ons allerallerlaatste avondje samen in een hotel/hostel deze reis.

De volgende ochtend lekker ontbeten, tas weer ingepakt en daarna reed keurig de taxi voor om ons naar de watervallen te brengen. Alweer!? Rustig maar, daar heb ik geen geld voor. Ciudad del Este heeft het kleine broertje van die in Argentinië/Brazilië. Ook hier is maar weinig toerisme. Zonde, want deze is minstens net zo leuk als die grotere. Oke, er is een beetje minder water. Maar hij is wel een stuk gezelliger! Geloof mij maar, ik heb een neus voor cosy! Nadat we elk hoekje van de waterval hebben gefotografeerd, bracht de taxi ons naar het ‘centrum’. Dachten wij. Dat bleek geloof ik niet zo te zijn, maar uiteindelijk hebben we toch een marktje gevonden waar we een cadeautje konden kopen voor Flávio. Hem hebben we ontmoet in Buenos Aires en hij is zo allerschattigst om ons bij hem in zijn huisje te laten slapen terwijl we in Sao Paulo zijn. Daar moesten we natuurlijk nog wel eerst komen, dus hebben we ons voor de laatste keer laten afzetten door een taxichauffeur om weer bij het hotel te komen. Nog even snel wat te eten gehaald en daarna de tassen weer opgesjouwd en naar het station gelopen. De bus besloot vandaag weer eens te laat te zijn en het was al niet zo’n korte reis. Uiteindelijk kwam ‘ie natuurlijk toch en konden we vertrekken. Niet veel later waren we bij de Paraguayaanse grens waar we zonder problemen doorkwamen. Helaas verliep alles bij de Braziliaanse grens een beetje lastiger. Het vrouwtje bleef maar naar mijn paspoort kijken terwijl iedereen zo ongeveer smolt van de hitte. Ik zag de bui al wel hangen, het was elke keer al lastig geweest om Brazilië in te komen. Dit keer was mevrouw echter stellig: ik mocht niet naar binnen van haar. Blijkbaar is er een wet tussen Brazilië en Nederland, Ierland, België en nog wat landen dat je Brazilië pas na 3 maanden weer binnen mag als je er 3 maanden onafgebroken bent geweest. Aangezien ik twee keer de grens over ben geweest naar Argentinië was dit niet het geval, maar daar had ze geen boodschap aan. Er stond namelijk een stempel in mijn paspoort die mij toeliet tot 9 februari in Brazilië te zijn en dat vond ze blijkbaar heel verwarrend. Aan Mahlet werd de vraag gesteld of zij wel naar binnen wilde als ik niet zou mogen en toen het antwoord daar ‘nee’ op was, werden we naar de Federal Police gestuurd. Dit hele gesprek ging natuurlijk in het Portugees, dus ik was stiekem best trots dat ik het meeste wel kon verstaan. Mahlet vroeg nog heel naïef of er niet iemand was die Engels sprak. Nou, toen had ze het gedaan. Wie dacht ze wel niet dat ze was. Het is hier Brazilië. We spreken Portugees en als het niet anders kan Spaans, maar niks anders. Oke, sorry for asking. De buschauffeur was inmiddels al komen kijken wat er aan de hand was, want het duurde inmiddels wel heel lang. Hij rende persoonlijk mee naar de polies om ervoor te zorgen dat we meteen geholpen zouden worden. Aan de meneer achter de balie nog een keer het verhaal gedaan. Ondanks de belofte dat hier wel iemand zou zijn die engels sprak, bleek dat natuurlijk ook niet het geval te zijn. Zijn buurvrouw bleef maar op die wet hameren en ik bleef hem maar met puppyoogjes aankijken. Na lang wikken en wegen was zijn antwoord: ach, het is alleen maar om naar huis te gaan toch? Voor deze ene keer. Bam, stempel! Fjieuw! Geen kans om opgelucht te zuchten, want de buschauffeur trok ons zo ongeveer aan onze haren terug naar de bus. De verdere reis heb ik niet meer helemaal helder. Geloof wel dat we nog een paar keer hebben stil gestaan omdat er dingen stuk waren, waardoor we best wat vertraging op hebben gelopen. Omdat het inmiddels best laat op de ochtend ging worden, zijn we zelfs nog even gestopt om te ontbijten. Ook niet echt bevorderlijk voor de aankomsttijd natuurlijk. En die arme Flávio stond maar op ons te wachten. Uiteindelijk waren we om 14u eindelijk in Sao Paulo waar we hem eindelijk weer in onze vieze busarmen konden sluiten. Hij had zelfs al metrokaartjes voor ons gekocht, waardoor we meteen door konden lopen. Bij hem aangekomen meteen onder de douche gesprongen, want dat was inmiddels wel weer even geleden. Bah!

Nadat we allebei weer heerlijk fris roken zijn we mijn allerlievelings gaan eten: Açai! Dat had ik wel gemist! Daarna nog even gekletst en gerelaxt op Flávio’s heerlijke bed. Hij was zo lief om ons in zijn Kingsize bed te laten slapen en zelf op een matrasje op de grond te gaan liggen. Onbetaalbaar. ’s Avonds zijn we heerlijk in de Japanse wijk Liberdade echte sushi gaan eten. Njammie! Daarna prinsheerlijk geslapen in het luxteste bed van de reis :). ’s Ochtends werden we verrast met een heerlijk ontbijtje met echt bruin brood, vers fruit, koffie voor de liefhebbers en sapjes. Eindelijk weer een goed begin van de dag. Eerst maar weer naar het busstation om Mahlet’s ticket naar Rio te veranderen, want die ging vanaf het verkeerde station. Nadat we nog wat gesouvenirshopt hadden en alle wc’s op de toeristische route met een bezoekje verblijdt hadden (ik begon geloof ik inmiddels flink de zenuwen te krijgen en mijn blaas maakte overuren) was het tijd om het Banespa gebouw te beklimmen. Voor mij inmiddels de 3e keer, maar het uitzicht over de stad blijft indrukwekkend. Hierna waren we wel weer moe van de wandeling en zijn we terug naar Flávio’s huis gegaan. ’s Avonds geen puf meer om naar buiten te gaan, dus hebben lekker een pizza besteld en hebben de rest van de tijd filosofische gesprekken gevoerd. Het slapen alsmaar uitgesteld, want dit zou mijn laatste nachtje in Zuid-Amerika worden. Uiteindelijk begonnen de oogjes toch dicht te vallen en ben ik in een naar verluid onrustige slaap gevallen. Ik heb voor het eerst van mijn leven gepraat in m’n slaap en ook de normale verlamming was niet volledig. Sorry Mahlet als ik je blijvende schade heb aangericht.

De volgende dag was het tijd om voor de allerlaatste keer die vervloekte backpack in te pakken. Wat zal ik blij zijn als ik die de komende tijd niet meer hoef te zien. Dat vooruitzicht is het enige wat me op dit moment enigszins staande houdt, want eigenlijk hoef ik nog niet per se terug naar huis. De bankrekening is het daar echter niet mee eens ;). Voor de allerallerlaatste keer açai gegeten met z’n drieën en daarna hebben we afscheid genomen van onze allerliefste Flávio en zijn we in de taxi gestapt naar het metrostation. Voor de laatste keer mensen in hun gezicht geslagen met die enorme tas. Ik heb ervan genoten. Mijn bus zou als eerste vertrekken, dus Mahlet is met mij meegelopen naar de vertrekdinges. Al snel kwam mijn bus en moesten we afscheid nemen. Nog snel een keer samen op de foto en Mahlet heeeeel veel plezier gewenst op de rest van haar reis. Dankjewel Mahi voor een fantastische tijd. Ik heb nu al zin in het vervolg: Noord-Korea here we come! :D. Snel nog een knuffel en de bus in, anders komen de traantjes. Heel raar om weer een keer alleen in de bus te zitten. Gelukkig kon ik op het vliegveld meteen mijn bagage inchecken, zodat ik daar van af was. Nog even een sapje gedronken en daarna door de douane. Nog even gewhatsappt met het thuisfront dat ik nu echt weer bijna thuis zou zijn en om 17.30 mochten we eindelijk boarden. Iets te laat zijn we geloof ik vertrokken, maar gelukkig waren we wel op tijd weer in Lissabon. Had er niet aan moeten denken dat ik mijn aansluiting had gemist. De eerste vlucht is vrij snel voorbij gegaan. Naast me zat een ogenschijnlijk minderjarig meisje dat heel stoer een biertje bij het eten vroeg en vervolgens constant zat te kokhalzen bij elke slok die ze nam. Erg smakelijk. Uiteindelijk raakten we aan de praat en bleek ze wel 18 te zijn, maar dat is natuurlijk niet zo leuk voor het verhaal.

In Lissabon was de overstaptijd maar kort en niet veel later zat ik alweer in het volgende vliegtuig. Duidelijk minder comfortabel dan de vorige, maar gelukkig ook een stuk minder lang. Beetje jammer dat het laatste uur een baby letterlijk aan een stuk krijste alsof al zijn botjes een voor een gebroken werden. Ik wilde het op een gegeven moment zelfs even controleren. Bleek achteraf gelukkig niet zo te zijn, anders had ik nog boos moeten worden. Naarmate we dichter bij Nederland kwamen begon de lucht te betrekken en daarmee mijn gezicht ook. Zul je net zien. Ik kom thuis en dan is ’t als een malle aan het regenen. Ik denk niet dat iemand ooit zo’n vies gezicht heeft getrokken. Gelukkig ook de laatste vlucht weer veilig geland en daarna half schiphol afgestruind op zoek naar de bagageband. Ineens hoorde ik overal om me heen Nederlands. En niet eens netjes, maar vooral allochtonen die in een raar accent in hun telefoon stonden te schreeuwen. No offense, maar het was nogal beangstigend. Nog steeds trouwens ben ik het niet gewend dat mensen om me heen Nederlands praten. Na een halve marathon bleek dat ik toch iets te snel had gelopen, want de band stond nog niet eens aan. Ondertussen was ik aan het nadenken over wie ik de eerste knuffel moest geven, want ik wist dat Max er niet zou zijn en papa en mama had ik natuurlijk ‘net’ nog gezien. Ineens zag ik in een glimps vanuit m’n ooghoek een wel heel bekend hoofd, maar ik wist het niet zeker of ik het wel goed had gezien. Gelukkig was mijn tas een keer een van de eersten, dus ik wist gauw genoeg het antwoord. Meteen toen ik door de deuren stapte zag ik een hele afvaardiging staan. Supergaaf! Nikki had zelfs een spandoek gemaakt omdat ze er zelf niet bij kon zijn. Awesome! De eerste knuffel was natuurlijk voor mijn allerliefste Pam en toen moest ik mijn mond weer dichtdrukken omdat ik Pink zag staan. Superlief dat je me op bent komen halen! Opa en oma waren er ook en hun ballon is still going strong (hij hangt nu, ruim drie maanden later, net iets onder het plafond). Ik had het blijkbaar toch goed gezien, want Pam’s mama was er ook bij. En daarna waren papa en mama natuurlijk nog aan de beurt voor een knuffel. Eerst maar een kopje thee gedronken bij een rasechte amsterdammert en daarna aan de terugrit begonnen. Wat een organisatie hier in Nederland. Bordjes die echt de weg wijzen en asfalt zonder gaten en scheuren. Heel vreemd. Mensen die zich zo ongeveer aan de verkeersregels houden. Nog vreemder. En regen. Heel jammer. Thuis hebben we nog even wat gedronken en een taartje gegeten (dankjewel Pia en Pam voor de mangokwarktaart, hij was heerlijk!). Eind van de middag kwam Max eindelijk thuis van school en kon ik mijn allerliefste broertje fijnknijpen. Stiekem toch de enige die ik echt gemist heb. ’s Avonds zijn Mark en Luc nog even biertjes komen drinken, wat natuurlijk ook heel gezellig was. Rond een uur of elf begon de adrenaline uit te werken en begon ik wel wat moe te worden. Iedereen het huis uitgebanjerd en heerlijk voor het eerst in mijn eigen bedje gekropen. Dat ligt toch het allerlekkerst!

Eenmaal thuisgekomen was het eigenlijk meteen alsof ik nooit was weggeweest, maar ook alsof ik niet helemaal op mijn plekje was. En dat gevoel heb ik nog wel even gehouden. Inmiddels ben ik wel weer redelijk gewend, maar die kou heeft er flink ingehakt. Misschien ben ik eindelijk warmbloedig geworden ;). Inmiddels ben ik al weer drie maandjes thuis en ook weer begonnen met studeren, maar gelukkig kan ik terugkijken op een geweldige reis die me voor altijd bij zal blijven!

Ik wil jullie allemaal bedanken voor het lezen van mijn verhalen. Ik weet dat het soms een hele klus was, deze traditioneel ook weer natuurlijk, en dat veel mensen er in hun agenda tijd voor vrij moesten maken. Ik heb enorm genoten van jullie reacties en daar heb ik het voor gedaan. En een beetje voor mezelf natuurlijk 0:).

Dikke kus!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Iris

Actief sinds 19 Aug. 2015
Verslag gelezen: 128
Totaal aantal bezoekers 8589

Voorgaande reizen:

16 November 2015 - 01 April 2016

Tanzania

26 Augustus 2012 - 01 Februari 2013

Zuid-Amerika

Landen bezocht: