Cambio! Cambio! Cambio! - Reisverslag uit Buenos Aires, Argentinië van Iris Wanrooy - WaarBenJij.nu Cambio! Cambio! Cambio! - Reisverslag uit Buenos Aires, Argentinië van Iris Wanrooy - WaarBenJij.nu

Cambio! Cambio! Cambio!

Blijf op de hoogte en volg Iris

22 Januari 2013 | Argentinië, Buenos Aires

De controle bij de grens was natuurlijk niet de enige. Na een paar uur werd de bus gestopt en moesten we er uit met al onze tassen. Netjes in twee rijen opstellen. Mannen in de ene, vrouwen in de andere. Het kruisverhoor was erg zorgvuldig. Waar komen jullie vandaan? Nederland. Hmm, Nederland. Houden jullie van bier? Nee, natuurlijk niet meneer, wij zijn meisjes. O, oké, loop dan maar door. Tas hoefde niet eens open, godzijdank. Na de gehaaste overstap in Jujuy hadden we de bus bijna voor ons zelf en mochten we helemaal voorin zitten voor het beste uitzicht. Wat helaas niet echt heel bijzonder was. Rond 20u kwamen we in Salta aan. Met de taxi naar het hostel, ingecheckt en een kleine rondleiding gekregen en daarna zijn we uitgeput in slaap gevallen.

Vrijdag lekker rustig aan gedaan. Het ontbijt bestond uit een kop thee en twee media luna’s. Geloof dat ze hier nog niet helemaal het juiste recept voor een croissant gevonden hebben. Hierna zijn we op weg gegaa maar de teleférico. Een kabelbaan die ons naar de top van een berg zou brengen waarvandaan we een uitzicht hadden over de stad. Beetje jammer dat het uitzicht niet echt noemenswaardig is. Na wat gedronken te hebben zijn we dus maar weer naar beneden gegaan. Nog even over het souvenirmarktje gelopen, maar niks naar onze smaak gevonden. Terug in het centrum zijn we heerlijke empanadas gaan eten op een echt terras! Eindelijk weer warm genoeg om comfortabel buiten te zitten.

Na de lunch zijn we naar het mummie museum gegaan. Even een stukje geschiedenis. Een van de tradities van de Inca’s was het offeren van hun kinderen aan de Goden. De mooiste jongen van de ene stam en het mooiste meisje van een andere stam werden naar de ceremoniële hoofdstad Cuzco gebracht. Daar vond een groots feest plaats, de capacocha. De kinderen werden hierbij aan elkaar uitgehuwelijkt om de banden tussen de twee stammen te verstevigen. Na de ceremonie moesten de kinderen twee keer om de plaza lopen en vervolgens in een rechte lijn naar huis gaan. Een gevaarlijke tocht die soms wel maanden kon duren. Eenmaal thuisgekomen werden ze hartelijk verwelkomt en vervolgens mee de bergen in genomen. Daar werden ze gevoed en kregen ze ‘chicha’ te drinken. Een alcoholisch drankje van gefermenteerde mais. Wanneer ze bewusteloos raakten, namen ze de kinderen mee naar de top van de berg. Daar werden ze levend begraven in tombes om nooit meer wakker te worden. De Inca’s geloofden dat de kinderen niet stierven, maar herenigt werden met hun voorvaderen die over de gemeenschappen waakten vanaf de hoogste bergpieken. Een aantal jaar geleden hebben ze bij een expeditie drie van deze mummies gevonden. Perfect bewaard gebleven door de omstandigheden in de bergen. Deze kinderen zijn overgebracht naar het museum in Salta, waar ze een voor een worden tentoongesteld. Onbeschrijflijk om te zien. Perfecte kindjes. Voor eeuwig jong. Precies zoals ze gestorven zijn.

Nadat we het verhaal van de Incakinderen verwerkt hadden, liepen we verder naar een andere kamer. Daar stond een klein meisje dat een heel verhaal in het Spaans tegen ons begon te vertellen. Onverstaanbaar. Wat haar duidelijk frustreerde. Om haar woorden kracht bij te zetten, drukte ze daarom maar op een knopje. Opeens ging er in de muur een licht aan en werd er een andere mummie zichtbaar die er lang niet zo vredig uitzag als de andere kindjes. Dit bleek de ‘Reina del Cerro’ te zijn. Zij was in 1920 uit een Inca tombe geroofd en is jarenlang verhandeld op de zwarte markt tot ze uiteindelijk in het museum terecht kwam.

Dit museumbezoek had zo’n indruk achter gelaten dat we nodig even moesten powernappen. Rond 22.30 zijn we nog even een hapje gaan eten. Mahlet is daarna met de jongen van het hostel het nachtleven van Salta gaan beleven, terwijl ik heel de nacht op de wc heb gezeten. Ook leuk. We waren allebei de volgende ochtend dus niet echt heel levendig. Na het ontbijt de tassen ingepakt en nog even boodschappen gedaan voor alweer de volgende busreis. De eerste paar uur was het rustig en konden we een beetje bijslapen. Jullie zien de bui natuurlijk al hangen. Opeens werd de rust ruw verstoord door een enorme knal en een regen van glas dwarrelde al rinkelend neer. De warmte buiten en de kou binnen hebben er waarschijnlijk voor gezorgd dat het raam gesprongen was. Bij de eerst volgende busterminal werden we uit de bus gezet, waarna deze verdween. Daar hebben we anderhalf uur in de snikhitte gestaan voor de bus weer terug kwam. Ze hadden de ruit vakkundig dichtgemaakt met een stukhout en duct tape. Werkt altijd. Toch maar het gordijntje dicht gedaan voor de zekerheid. Al gauw werd het donker en begonnen de oogjes weer dicht te vallen. Rond 10.30 waren we op de busterminal van Buenos Aires. Na even getwijfeld te hebben over de metro (die we niet konden vinden) toch maar een taxi genomen. Na een kort, veel te duur ritje wilde de taxichauffeur onze 40 peso’s niet accepteren. Mahlet gaf hem vervolgens een briefje van 100, dat volgens hem wel Argentijns geld was. Ineens was ook die 40 peso’s goed. Hij gaf het briefje van ‘100’ terug en reed snel weg. Toen we eenmaal goed en wel op de stoep stonden bleek dat een briefje van 5 peso’s te zijn. Godverdomme.

Aangezien we pas om 14u konden inchecken bij ons hostel hebben we daar eerst onze tassen gedumpt en zijn we vervolgens de stad ingegaan. Eerst gepind, want het hostel moest cash betaald worden. Daarna waren we wel toe aan iets verfrissends, dus op een terras hebben we een heerlijk tiramisu ijsje gegeten. Dat gold natuurlijk niet als een volledige maaltijd. Het enige betaalbare in onze straat was de Mac, dus we hebben we ons eerste fastfoodvoedsel van deze reis gegeten. Terwijl we rustig van onze frietjes zaten te genieten, zag ik ineens Mahlet d’r tas verschuiven. Aangezien Mahlet met allebei haar handen netjes boven tafel zat, vond ik dat toch wat vreemd. Toen ik naast de tafel keek zag ik dat de man achter haar heel achteloos haar tas naar zich toe aan het trekken was. Hij vertrok geen spier toen ik hem (in niet zo heel beleefde bewoording) vroeg waar hij in hemelsnaam mee bezig was. Hij bleef strak uit het raam kijken, liet de tas los en even later stond hij op en ging er vandoor. Welcome to Buenos Aires.

Op oudjaarsdag werden we gewekt door een luid geschreeuw van buiten. Blijkbaar zitten we in de geldwissel straat. Om de 5 meter staat een mannetje te roepen. Cambio, cambio, dolares, reais! Vast erg legaal geld. Bij het ontbijt werden we uitgenodigd voor een gratis walking tour door de stad. Dat gratis was natuurlijk te mooi om waar te zijn. Na anderhalf uur vonden we het zo interessant dat we ook maar met het betaalde deel zijn meegegaan. Het beste was natuurlijk dat we aan het eind een gratis biertje en een tangoshow kregen. Na de lunch met George en Laura, twee Britse meisjes die ook mee op de tour waren, zijn we richting huis gegaan. Na een korte powernap moest er natuurlijk opgetut worden. Je kon duidelijk zien wie er local of Braziliaan was en wie gewoon een echte Backpacker was. De meest fantastische galajurken tegenover zomerjurkjes met sneakers. Die doen het natuurlijk ook altijd goed. Rond 22u begon het buffet mét gratis drank. Het eten was lekker, maar ik geloof dat vooral de mannen achter de bar het druk hebben gehad. Om 24u was er natuurlijk champagne en nadat iedereen elkaar uitgebreid gelukkig nieuwjaar had gewenst was er zelfs nog een klein beetje vuurwerk buiten. Net echt. Om 2.15 werden we naar buiten gestuurd, omdat de bus die ons naar het feest zou brengen er was. Wij zaten natuurlijk in de partybus en de Braziliaanse klassiekers vlogen ons om de oren. Al nossa’end gingen we op weg naar de club. Natuurlijk moest er nog iets fout gaan. Toen ik in mijn lichtelijk beschonken toestand het raam open wilde doen, wilde die natuurlijk in eerste instantie niet meewerken. Toen ik een extra beetje kracht zette gaf het raam eindelijk mee, maar zat ook mijn duim ertussen. Auw! Die is nu nog steeds mooi zwart. De club waar het feest plaatsvond was echt enorm met allemaal verschillende zalen met verschillende stijlen muziek. En vooral heel veel lastige Brazilianen. Na een paar uur gedanst en niet gedronken te hebben, vonden we het dan ook wel weer welletjes. De taxi’s rekenden ook nieuwjaarstarief, maar het was echt te ver en te koud om te lopen. Er liep gelukkig een verdwaalde Belg rond die wel met ons mee de taxi in wilde waardoor het nog enigszins meeviel met de prijs. Rond 6 uur waren we thuis en konden we lekker ons bedje in.

Dat duurde niet voor lang, want elke keer als ik ademde knalde mijn duim zowat uit elkaar. Rond half 12 trok ik het echt niet meer en ben ik onder de douche gestapt. Mahlet lag nog heerlijk te slapen, dus ik ben beneden maar een filmpje gaan kijken. Toen zij om 3 uur ook beneden kwam zijn we brak voedsel gaan eten. Geen poging tot beroving dit keer gelukkig. Daarna hebben we verder op de bank gehangen en bedacht wat we de rest van de week wilden doen. ’s Avonds zijn we met Ashlea en Dominique, de Australische meisjes uit onze dorm, empanadas gaan eten. Lekker productief dagje dus.

Dinsdag waren we allemaal weer een beetje bijgekomen en hadden we behoefte aan een beetje sereniteit. Daarom besloten we met z’n 6en naar de Japanse tuin te gaan. Na een mooie wandeling naar en door het park, dat er stiekem niet zo heel Japans uit zag, zijn we terug gelopen richting metro. Boodschappen gedaan voor de lunch, waarna George een heerlijke vegetarische pasta heeft gemaakt. Als toetje gingen we een ijsje halen en werden we ook nog eens getrakteerd op een gratis straattangoshow. Twee oude opaatjes (een ondeugende en een creepy) waren aan het dansen met een jonge vrouw en hadden daar duidelijk plezier in. Nadat we hun act anderhalf keer gezien hadden, zijn we teruggelopen naar het hostel om afscheid te nemen van George en Laura. ’s Avonds hebben we gratis in het hostel gegeten. Het is dat ze zeiden dat het een pizza was, maar zelf hadden we het er niet uitgehaald. Alles voor een goedkoop balansdagje.

Woensdag zijn we naar de beroemde begraafplaats in Recoleta geweest, waar ook Evita begraven ligt. Hier ligt de elite van de stad: presidenten, hooggeplaatste militairen, invloedrijke politici en natuurlijk ook gewoon de rijke en beroemde porteños. Er is geen een normaal graf zoals wij dat kennen. Het zijn allemaal huisjes, creepy huisjes, waar vaak hele families in liggen. Veel graven zijn oud en vervallen en bij sommige zijn zelfs de grafkisten open gebroken. Perfecte locatie voor een horrorfilm of halloweenfeest zou ik zeggen. Nadat we van twee blokken (het hele kerkhof is volgens mij zo groot als nijmegen) alle graven bewonderd hadden, zijn we op zoek gegaan naar het graf van Evita. Er stond net een engelse tourgids bij haar ‘huisje’ waardoor we een leuke anecdote op konden pikken. Haar man ligt niet bij haar op hetzelfde kerkhof begraven, maar in een ander deel van de stad. Aangezien zijn graf geschonden was en zijn handen daarbij afgehakt waren, besloot de familie van Evita haar niet gewoon in het familiegraf bij te schuiven. In plaats daarvan is ze onder het pad voor het graf in het beton gestort, zodat niemand bij haar kan komen. Wel een beetje ongezellig lijkt me. Nadat het ons al ellebogend gelukt was een foto van het graf te maken, zijn we op weg gegaan naar Plaza de Mayo. Daar vindt elke donderdag om 15.30 een protest plaats. In de vuile oorlog van 1976-1983 zijn 30.000 mensen spoorloos verdwenen. Zij werden door de militaire regering van de straat geplukt en vervolgens vaak gemarteld voor informatie en daarna vermoord. De Madres de Plaza de Mayo, de moeders van de verdwenen kinderen, komen hier al sinds 1977 elke donderdag bijeen om te strijden voor informatie en gerechtigheid en om de herinnering aan hun verloren kinderen levend te houden. Het is heel indrukwekkend om te zien. Een grote menigte loopt rondjes rond het plein met voorop de vrouwen (en mannen) die nog steeds op zoek zijn naar hun kinderen. Het protest heeft gelukkig wel effect gehad, want er zijn inmiddels heel wat politici en militairen veroordeeld voor hun wandaden in de oorlog. Helaas krijgen de Madres daarmee hun kinderen niet terug.

Na het protest zijn we snel teruggegaan naar het hostel om ons om te kleden. It’s time to Tango! Om 18.30 werden we opgehaald. Als eerste kregen we een tangoles. Na een uurtje hadden we het idee dat het best redelijk ging (we kregen zelfs een diploma) en konden we door naar het diner. We zaten naast een gepensioneerd Brits stel dat het Australische accent en de term 24/7 het allerslechtste vond dat de Engelse taal ooit was overkomen. Not to mention the Argentinian claim on the Falkland Islands. They have absolutely no right to claim that territory. Gelukkig bleven ze de wijn onafgebroken bijvullen, dus die Britse grootspraak konden we wel aan. Na het diner was het tijd voor de show. Die was echt fantastisch. En hij zette ons meteen weer met beide benen op de grond. Ik heb geen een pasje kunnen herkennen dat ons een uur daarvoor bijgebracht was. Naast heel veel tango kwamen er voor de afwisseling ook andere typisch Argentijnse optredens voorbij. De avond werd natuurlijk afgesloten met het liedje Don’t cry for me Argentina. Uiteindelijk lagen we om 1.30 moe maar voldaan in ons bedje.

Vrijdag zijn we met Ashlea en Dominique naar La Boca gegaan. Een van de bekendste, kleurrijkste en gevaarlijkste wijken van Buenos Aires. We moesten er dan ook met de bus naartoe, zodat we niet door de no-go areas hoefden te lopen. Het is echt ontzettend gezellig. Alle huisjes hebben een andere kleur. Overal zijn souvenirwinkeltjes en tangoshows op straat. Uit alle deuren en ramen klinkt muziek en overal zijn leuke terrasjes. Nadat we door de straatjes hadden gestruind en zelfs een blik hadden geworpen op het beroemde voetbalstadium waar Maradonna zijn eerste balletjes trapte, vonden we dat we wel een drankje verdiend hadden. Het terrasje waar we uiteindelijk neerstreken bleek een goede keuze te zijn. De man die daar stond te dansen was zo goddelijk dat we letterlijk met z’n vieren alleen maar konden kwijlen. Toen hij ook nog eens met ons kwam praten, kwam er geloof ik niet meer uit ons dan een intelligente ‘uhu’. Gelukkig waren wij niet de enige op wie hij dat effect had. Uiteindelijk was Dominique zo dapper dat ze zelfs nog even met hem gedanst heeft. We begonnen het iets te warm te krijgen van dat ene stuk mannelijk schoon om ons heen, dus we besloten terug te gaan om onze eerste goede steak te gaan eten. De ober was ronduit onbeschoft en liep op een gegeven moment zelfs midden tijdens onze bestelling weg, omdat we naar zijn idee iets te veel vragen stelden. Nadat onze bestelling compleet was, ontdooide hij wat en kregen we als troost zelfs een extra broodmandje. Bedankt he. De steak was gelukkig erg lekker en iedereen zat aan het einde zo vol dat we met moeite nog naar huis konden strompelen. ’s Avonds zijn Mahlet en Dominique nog uit geweest met de crazy train. Het was blijkbaar erg gezellig, want ze waren pas om 6 uur thuis.

Zaterdag moesten we toch echt Ushuaia eens gaan regelen. Hadden we nou gister maar alvast het hostel geboekt. Echt alles zat vol. Toch maar via het hostel een pakket proberen te boeken, maar zelfs hun hostel had geen plaats meer. Waarom wil iedereen nu naar Ushuaia? Voor de 1e nacht was er nog eén appartementje vrij, wat enigszins boven budget was, maarja, we moeten toch ergens slapen? Daarna dus toch maar de rest van het pakket geboekt bij het hostel. Na de lunch zijn we boodschappen gaan doen voor het avondeten, waar we niet aan toe zijn gekomen. We hadden allebei geen honger en zijn dus eerst maar een paar uur gaan slapen. Om half 2 ging de wekker en om 3.15 zouden we opgehaald worden door de taxi. Snel tassen ingepakt en een omeletje naar binnen gewerkt. De taxi, die er al om 3u was, bracht ons naar de busterminal vanwaar een shuttle bus ons om 4u! naar het vliegveld zou brengen. Waarom moesten we dan in hemelsnaam zo vroeg weg?! Terwijl wij rustig, braaf op een bankje zaten kwam er een dronken Amerikaan binnen die het natuurlijk nodig vond om tegen ons te praten. ‘Praten’. Ik hoop dat niet alle Amerikanen uit Minnesota zo sloom en debielig praten als hij. Als het nou nog intelligent was geweest, maar nee. Meneer vond dat hij een gat in de markt had gevonden in Buenos Aires. Goede wiet, goed bier en goede service. Het was toch belachelijk dat je in een restaurant geen gratis refill kreeg. Toen wij tegen hem zeiden dat Argentinië misschien meer aan goede educatie had dan aan wiet en alcohol, waren wij natuurlijk ineens judgemental en gemeen. Tuurlijk meneer de Amerikaan. Hij moest gelukkig rennen voor zijn vlucht, dus op het vliegveld waren we van hem af. Ook wij gingen onze tassen inchecken en ik heb nu nog maar 15.5 kilo, yes! Om 6.30 gingen we boarden, maar er waren een aantal passagiers te laat, waardoor we pas om 8u konden vertrekken. Naarmate we dichter bij El Calafate kwamen werd het landschap steeds ruiger. Het leek net Ice Age zonder ijs. Na een korte stop ging de vlucht verder naar Ushuaia. Ineens dook overal water op in de meest prachtige kleuren, met op de achtergrond besneeuwde bergtoppen. En het is hier koud! Ik kon eindelijk mijn eigen adem weer een keer zien!

Natuurlijk moest er nog wat mis gaan. Er stond geen transfer voor ons klaar, omdat we ergens anders sliepen. Dat werd gelukkig netjes opgelost. Ons appartementje was perfect. Net een klein wintersport hutje met eigen keuken, badkamer, kacheltje, tv met engelse zenders en een slaapkamer met 4 bedden. Perfect. Het stadje lijkt net een Europees wintersport dorp, behalve dat ze ook hier nog nooit zwarte mensen hebben gezien. Bij het ijssalon (het is NOOIT! te koud voor ijs) werden er zelfs stiekem foto’s van Mahlet gemaakt. Na het ijsje zijn we op zoek gegaan naar een muts en handschoenen, maar het enige dat we konden vinden waren korte broeken en zomerjurkjes. Weten die mensen wel waar ze wonen? Onze laatste hoop was de supermarkt, maar ook daar was niets te vinden. Boodschappen gedaan en terug naar huis gebibberd. ’s Avonds hebben we een heerlijke risotto met kip gegeten en ons reisplan nog maar eens gemaakt, want dat was natuurlijk alweer kwijt.

Maandagochtend werden we door een busje opgehaald voor een tour in het National Park Tierra del Fuego, vuureiland. Als eerste reden we naar een treinstation waar vroeger de gevangen werkten en ook vervoerd werden naar andere delen van het gebied. Daar kon je een historisch treinritje maken van anderhalf uur. Wij besloten dat als enige niet te doen en in plaats daarvan reden we naar een kanaal tussen de Atlantische en de Stille/Grote/Pacifische oceaan. Daar hebben we een mooie wandeling gemaakt langs het water. Kristalhelder, met besneeuwde bergtoppen en overal groen om je heen. Eindelijk weer lucht die je kunt ademen zonder mondkapje. Onze gids vertelde ons ook nog wat over de oorspronkelijke bewoners van dit gebied, de Yamas. Zij trokken van plek naar plek waarbij ze ‘domes’ van afval achterlieten die nog steeds zichtbaar zijn in het landschap. Zij trokken niet zomaar, nee zij trokken naakt. Naakt bij -30°C. Ze smeerden zichzelf in met een vieze, dikke laag zeehonden blubbervet, waardoor ze bestand waren tegen de kou. Daarna natuurlijk even naar het postkantoortje om onszelf een kaartje te sturen vanaf het einde van de wereld. De man achter de balie paste ook echt perfect in het plaatje. Precies de kapitein van de vissticks. Toen hij hoorde dat we uit Nederland kwamen kregen we ook nog eens een extra stempel met ‘We Love Máxima’. Waarschijnlijk hebben ze voor elk land zo’n leuke stempel, maar wij voelden ons natuurlijk extra speciaal. Hierna reden we naar het eindstation van de trein om de rest van de groep op te halen. Met het busje reden we naar het beginpunt van een korte trail. Deze liep omhoog door Oostenrijkse Heidi weilandjes met heuse paardenbloemen met pluizen naar een prachtig uitzicht over het kanaal. Nadat iedereen dat bewonderd had en op de foto was geweest, zijn we aan de andere kant naar beneden gelopen. Daar kwamen we uit bij het einde van de Panamerica Highway. Deze loopt helemaal van Alaska naar hier in Ushuaia. Na hier gepast van onder de indruk te zijn geweest, bracht het busje ons naar een oude beverdam. De bevers zijn hier een aantal jaar geleden uitgezet, maar hadden geen natuurlijke vijanden, waardoor ze als een malle konden prolifereren. Dit bleek uiteindelijk een ramp te zijn voor het natuurgebied, want hun dammen zetten hele gebieden onder water die vervolgens afstierven. Met als gevolg dat nu overal zielige grijze boomstammetjes te zien zijn. Je zou er bijna depressief van worden. Gelukkig mogen de bevers in het park tegenwoordig afgeschoten worden. Justice.

De laatste stop van de tour was Lago Roca, geen idee waarom het zo heet, waar we zo gelukkig waren om een allerschattigst vosje te spotten. Na een kop warme, echte chocolade chocomel om op te warmen, reden we weer terug naar de stad. Daar hebben we snel een boottour voor ’s middags geregeld. Wat ervoor zorgde dat we naar de andere kant van het dorp moesten rennen naar ons huidige hostel om onze spullen op te halen. Aangezien we geld wilden besparen en er gezegd werd dat het maar 10 blokken was naar ons nieuwe hostel, besloten we te lopen. Fout gekozen. Het was letterlijk alleen maar berg op. Een hele steile berg. Meerdere hele steile bergen. Gutsend van het zweet kwamen we daar aan en het mens van het nieuwe hostel was ook nog eens stom. Ik merk dat ik de horror ervan niet kan omschrijven in woorden. Gelukkig hadden we maar 5 minuten de tijd om daar te zijn. Toen moesten we alweer de taxi in op weg naar de boot. De eerste stop was een eiland vol met zeeleeuwen en pinguinachtige vogels: cormoranes. Hilariteit alom toen meneer zeeleeuw het nodig vond om uitgebreid te gaan paren met verschillende mevrouws zeeleeuw. Nadat hij vol in actie op de foto was gezet, konden we door naar het volgende eiland. Hierop zaten een ander soort Cormoranes, die een speciaal soort nest bouwden. Ik weet al niet meer wat er speciaal aan was. Te veel vogels. Vervolgens voeren we naar een oude vuurtoren die echt niet zo heel imposant was. Die van Texel ziet er tenminste uit alsof ‘ie schepen kan redden. Bij het laatste eilandje mochten we eindelijk even van de boot af. Rondje lopen en wat infomatie gekregen over het plantengespuis. Natuurlijk weer prachtige omgevingsfoto’s genomen. Het wordt bijna alledaagse koek. Terug op de boot kregen we heerlijke warme koffie en thee met koekjes en vervolgens een shotje Ushuaiaanse schnaps. Dat ging er natuurlijk wel in en een beetje wiebelig kwamen we van de boot af. Snel pinnen en een kaartje voor de bus naar El Calafate gekocht. De man achter de balie was echt het grootste figuur dat ik ooit ontmoet heb. Waar we in eerste instantie dachten dat hij autistisch was, omdat hij niet in staat was om ons aan te kijken en deed alsof hij geen engels kon, had hij ons vijf minuten later zo ongeveer de ‘vriendschappelijke’ liefde verklaard en ons uitgenodigd om bij hem thuis te komen. Then he would make a pizza, we would eat it and say that we would like it, even though we didn’t, because that would make him happy. Then we would see what would happen. Maybe some beer, a bit of a party, just have fun. Imagine een neger met ingevallen wangen en een zuid-afrikaans accent. Zijn facebook naam is zelfs: Zulu Shaka Zulu. Ontzettend hilarisch. Wij konden alleen maar dom giechelen. Ondertussen waren er verschillende andere klanten binnengekomen die hij met zachte hand weer naar buiten werkte om zich volledig op ons te kunnen richten. Uiteindelijk klonk zijn aanbod nog niet eens zo heel slecht, want ons hostel was verschrikkelijk en enorm ver van de bus en hij woonde daar maar 2 minuten lopen vanaf. Toen we echter de enorme bergen weer omhoog geklommen waren naar ons hostel, konden we het echt niet meer opbrengen om weer terug naar beneden te lopen en zijn we allebei voor pampus in slaap gevallen op ons bed zonder avondeten. Om vervolgens weer om 4 uur eruit te komen om naar de bus te gaan. Bleek makkelijker gezegd dan gedaan, want de deur van de balie zat op slot en er was niemand van het personeel. Oeps. Willekeurige mensen wakker gemaakt om te vragen hoe we naar buiten moesten. De deur van de keuken bleek open te staan. Daar stond heel hygiënisch ook al het ontbijt van de volgende dag klaar, dus dat konden we mooi stelen. Gelukkig kwam de taxi wel netjes op dagen, dus de bus hebben we gewoon gered.

De rit zelf was niet echt ontspannend. Ik denk dat wel wel 6 keer de bus in en uit gemoeten hebben om grenzen over te gaan. Stempels, tassen door scanners, ferry’s op, ferry’s af. Het hield maar niet op. Uiteindelijk zijn we 3 legale stempels en 1 stempel uit de toekomst rijker. Een of andere dronkenlap in Argentinië was vergeten om de maand te verzetten, dus wij hebben Argentinië verlaten op 8 december 2013. De rest van de douane’s doet natuurlijk vakkundig alsof dat de normaalste zaak van de wereld is. Uiteindelijk waren we om 1u ’s nachts in El Calafate. Snel een taxi naar ons hostel en het bed in. ’s Ochtends weer vroeg op, want de bus naar het National Park vertrok om 8 uur van de busterminal. Van de omgeving hebben we niet veel gezien, want inmiddels vallen de oogjes dicht zo gauw we busstoelen aanraken. Nadat de bus geïnvaseerd werd door kaartjesverkopers van het park, kwamen we bij onze eerste stop. Hier konden we een boottochtje maken. Waarom ook niet? Geld zat, tenslotte. Ontzettend blij dat we dat gedaan hebben, want aan deze kant van de gletsjer stond de zon. Dit zorgde echt voor de meest prachtige kleurschakeringen in het ijs. Het was echt idioot mooi en indrukwekkend en machtig en eng en gaaf en iniminiserend. De gletsjer leeft echt waar je bij staat. Hij kraakt en scheurt en er breken met een immens kabaal brokken ijs af die in het ijskoude water plonzen. Na een uurtje oh’en en ah’en en foto’s maken, gingen we terug naar de bus. Deze bracht ons naar het begin van de ‘trails’. Dit bleken gewoon trappen en metalen hangbruggen te zijn, maargoed. Inmiddels was het een beetje beginnen te miezeren. Daar schrikken wij Nederlanders natuurlijk niet van terug, dus we begonnen dapper te lopen. Elke 3 passen was er weer een ander fantastisch uitzicht wat natuurlijk helemaal niet tot zijn recht komt op de foto’s. Ik vind het een fijn idee dat er nog steeds natuur is die wij niet kunnen controleren en die lekker doet wat ‘ie zelf wil. Hij groeit gewoon stug door tegen de opwarming van de aarde in. Badass gletsjer. Nadat we geen gletsjer meer op konden, zijn we een warme chocomel gaan drinken in het restaurant om op te warmen.

Rond 16u waren we terug in de stad. Eerst het buskaartje naar Bariloche gekocht en daarna boodschappen gedaan voor het avondeten. Budget dit keer. Pasta met rode saus en gehakt. Het was de bedoeling om op tijd naar bed te gaan vandaag (net zoals zovele nachten), maar ook dit keer lukte het niet. We raakten in gesprek met een Argentijnse Amerikaan en na een tijdje kwamen er twee Duitsers binnen, waarvan er een blind was, omdat hij de dop van een colafles in zijn oog geschoten had. Klein detail: dat deed hij op een trekking van 5 dagen, in zijn eentje, waar hij net aan begonnen was. Hij had dus eten en spullen bij voor 5 dagen, die hij moest achterlaten om terug te kunnen komen naar de bewoonde wereld. Hij heeft 3 uur lang met een blind oog over de gletsjer gestrompeld naar het dichtstbijzijnde dorpje. Wat een koele kikker. Het enige waar hij om gaf was de sexy zuster in het busje terug naar El Calafate. Toen bekend werd dat wij medisch studenten waren ging hij natuurlijk helemaal los. Aangezien kinderen en opa’s en oma’s dit ook lezen ben ik genoodzaakt zijn woorden te censureren. Laten we het erop houden dat het eine Geile Deutscher war.


De volgende dag hebben we doorgebracht met uitrusten en niks doen en dagboeken schrijven en wachten op de bus. Die vertrok om 16u richting Bariloche. Die ging natuurlijk eerst heel logisch zo ongeveer terug naar Ushuaia en vervolgens weer omhoog naar Bariloche. Dit zorgde ervoor dat de busreis zo’n kleine 30 uur duurde. Hartstikke leuk. Gelukkig waren we goed bevoorraad met heerlijke zelfgemaakte hamburgers. Ik heb geen idee meer hoelaat we aankwamen, maar het was nog licht. Het moet dus ergens voor 23u ’s avonds zijn geweest. Niks doen put uit, dus na het inchecken en het bekijken van mailtjes etc. zijn we in slaap gevallen. De volgende dag wilden we een fietstocht doen over de ‘beroemde’ Circuito Chico. We misten echter de goede bushalte, aangezien alle Argentijnen iets anders zaten te beweren. Toen bleek dat we ongeveer driekwart van de route al met de bus hadden gezien, besloten we maar te gaan kayakken op het meer. Super mooi, maar daar hadden we natuurlijk van te voren niet op gerekend. 3 uur in de volle zon op een meer. Mooie rooie beentjes waren het gevolg. Ik lijk nu wel net echt bruin :). Na het kayakken moesten we terug lopen naar de bushalte. Volgens de kayakmeneer was dit maar zo’n 20 minuutjes. 3 kilometer berg op en af is geen 20 minuten. Gelukkig was een rijke meneer zo aardig om ons (inclusief mijn zeiknatte broek) in zijn dikke auto naar de bushalte te brengen. Alle arme mannen die met hun shirt om hun hoofd geknoopt tegen de hitte over straat strompelden, en die best nog in de auto hadden gepast, liet hij gewoon doorsjokken. Wat een gentleman. Terug in het stadje hebben we het allerheerlijkste ijsje ooit op. Daarna een welverdiende douche en een dutje. Aangezien we redelijk stuk waren, wilden we niet al te ver lopen voor een restaurant. Gelukkig was de nummer 1 van tripadvisor in onze straat. O mijn god. De meest goddelijke steak ooit. Zelfs de frietjes en de salade waren perfect. Het was natuurlijk veel te veel, maar ook veel te lekker. Terug naar huis lopen ging haast niet meer, maar het was het waard. Ik kan nooit meer biefstuk eten in Nederland.

Na het ontbijt de volgende ochtend zijn we met de Israëliër uit onze dorm nog een ijsje gaan eten, omdat het echt te perfect was. Intermezzo: Zuid-Amerika wordt echt overspoeld door Israëliërs. Het is zelfs zo erg dat ze uit sommige hostels geweerd worden. Geen idee waarom. In de meeste hostels wordt alles aangeduid in het Spaans, Engels en nog een andere brabbeltaal waarvan wij eerst dachten dat het Russisch was, maar wat dus Hebreeuws blijkt te zijn. Aangezien er in Israël nog steeds dienstplicht is, gaan de meeste jongeren hierna minimaal een half jaar op reis om los te gaan. Over het algemeen komen ze hier dus om wiet te roken en dronken te worden. Einde intermezzo. Hij was echter een leuke Israëliër die ook van ijs hield, dus hij wilde graag mee. Hij was zelfs zo lief om onze tassen te dragen. Chivalry is not dead, people! Na het ijsje hadden we weer genoeg energie om de zoveelste busreis te doorstaan. Eventjes verlost van de starende en schreeuwende Argentijnen en onverstaanbaar Spaans.

Chile, here we come!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Iris

Actief sinds 19 Aug. 2015
Verslag gelezen: 137
Totaal aantal bezoekers 8597

Voorgaande reizen:

16 November 2015 - 01 April 2016

Tanzania

26 Augustus 2012 - 01 Februari 2013

Zuid-Amerika

Landen bezocht: