Bolivia! - Reisverslag uit La Paz, Bolivia van Iris Wanrooy - WaarBenJij.nu Bolivia! - Reisverslag uit La Paz, Bolivia van Iris Wanrooy - WaarBenJij.nu

Bolivia!

Blijf op de hoogte en volg Iris

30 December 2012 | Bolivia, La Paz

Aangezien er net een ruit van de bus spontaan geknapt is, durf ik niet meer te slapen op onze 22 uur durende rit naar Buenos Aires en kan ik dus mooi mijn blog bijwerken.

Na een uurtje of anderhalf was dat zielige gevoel wel weer voorbij en vond ik het stiekem wel fijn om even niemand om me heen te hebben. Van Gert en André moest ik eerst acclimatiseren aan het alleen zijn, dus mocht ik pas 2 dagen later aan het werk. En eigenlijk ook alleen ‘s morgens, daarna was het te warm. Heb dus elke ochtend mezelf nuttig gemaakt en daarna heerlijk niks gedaan. Gewoon een boekje gelezen, een film gekeken of wazig voor me uitgestaard in de hangmat. Het goede leven.

Donderdagmiddag voor de laatste keer een rondje gelopen door Paraty en wat te drinken gehaald voor in de bus. Natuurlijk moest net toen wij de bus uitkwamen de hemel open barsten. Met een föhn wanhopig nog wat dingen droog proberen te krijgen, maar dat ging natuurlijk niet lukken. Heb het meeste dus maar achter gelaten. Scheelt weer wat kilo’s meezeulen. Mijn bus naar Sao Paulo zou om 23.30 vertrekken en André was zo lief om me naar het busstation te brengen. Natuurlijk kwam de bus te laat, maar rond 00.15 vertrok hij echt. Heel vreemd om hier weg te gaan. Toch bijna drie weken doorgebracht. Gelukkig is het afscheid van Gert en André niet definitief.

De busreis verliep verder voorspoedig en rond 6.30 was ik voor de zoveelste keer in Sao Paulo. Meteen de bus naar het vliegveld gepakt en om 8 uur zat ik met mijn laptop en een sapje bij het raam een boekje te lezen. Rond 12.30 ging de check-in open en gelukkig spreken ze zelfs hier geen Engels. Hoefde dus ook geen internationale vliegtax te betalen. Scheelt toch al gauw zo’n 30 euro. Snel door de douane, want aan de andere kant is er wifi. Twee weken zonder whatsapp, nieuws, mail, weerbericht en facebook is toch wel lang. Mijn vlucht vertrok een beetje te laat, maar verliep verder gelukkig wel rustig. In Santa Cruz was de connecting flight ook vertraagd voor onbepaalde tijd, maar rond de eigenlijke boarding tijd stond iedereen ineens massaal op en bleek het vliegtuig er toch te zijn. Welcome to Bolivia.

Rond 19u was ik in La Paz en kon ik op zoek naar een Taxi. Na een ritje van drie kwartier langs een prachtige vallei die sprookjesachtig verlicht was, kwam ik aan bij Hostel Loki waar Mahlet al was. Na de check-in werd ik naar onze kamer gebracht. Mahlet had nogal last van de hoogte en lag te slapen. Ze keek dan ook nogal vreemd op toen ze iemand aan de deur zag staan. Die verwarring werd gelukkig alleen veroorzaakt doordat ik blijkbaar stiekem nogal bruin ben geworden en niet omdat ze eigenlijk iemand anders had verwacht ;). Na een uurtje of wat bijkletsen, cocathee drinken en wennen aan de hoogte, begonnen de oogjes dicht te vallen en zijn we gaan slapen.

Zaterdag hebben we het rustig aan gedaan om onze lijven een kans te geven aan het hoogteverschil te wennen. Na het ontbijt, wat geserveerd werd door een Boliviaanse Nederlander, zijn we naar de touroperator beneden in de Lobby gegaan om te kijken wat deze in de aanbieding had. In eerste instantie durfden we de Mountainbike tour van de Deadliest road niet echt aan, gezien onze lichamelijke toestand. Toen echter bleek dat er voor de andere tours niet genoeg mensen waren moesten we natuurlijk wel. Net op het moment dat we de mountainbiketour aan het boeken waren kwamen er drie Australiërs binnen die dezelfde gedachte hadden, waardoor we groepskorting kregen. Altijd mooi meegenomen. Wij hadden natuurlijk niet genoeg geld bij ons, dus moesten naar de pinautomaat sprinten. Op 3500 meter hoogte heuvel op, heuvel af rennen als je net van zeeniveau komt is niet aan te raden. Geloof me.

Na betaald te hebben, besloten we de stad te gaan verkennen. Overal lopen echte Boliviaanse mensjes rond! Met prachtige doeken om hun nek waar evengoed een volledige marktkraam als een kind in kan zitten. Het blijft elke keer een verassing. Iedereen kauwt hier ook verwoed op cocabladeren. Deze zorgen voor een stabiele glucose(suiker)spiegel in het bloed, wat je honger-, dorst- en vermoeidheidsgevoel onderdrukt. We zijn eerst helemaal naar de andere kant van het centrum naar de busterminal gelopen om de kaartjes voor de bus naar Sucre te halen. Deze bleek echter alleen ’s avonds te gaan en aangezien we na de tour te laat thuis zouden komen, werd dat dus maandagavond. Beetje jammer dat we daar al een hostel hadden geboekt. Toch beter op gaan letten, want dat is weggegooid geld. Daarna hebben we nog even over het marktje gelopen en ons verbaasd over de zooi die ze overal verkopen. Vooral heel veel roze prinsessendingen. In de grote Mall hebben we een zakje cocabladeren gekocht om extra sterke thee van te zetten in de hoop dat we de tour van morgen zouden overleven. Daarna bij de Nederlander geluncht. Hij had vandaag helaas geen kroketten, dus het is een uitsmijter geworden. Op de terugweg kwamen we langs een touragency waar we een tour voor maandag hebben geboekt, aangezien we die dag nu ook nog door moesten zien te komen. ’s Avonds zijn we na een kopje verse cocathee allebei al rond 21u in een diepe coma geraakt.

Zondagochtend ging al om 5.30 de wekker. Om 6.30 hadden we beneden afgesproken met de Australiërs om naar een cafeetje te gaan vanwaar de tour zou starten. Terwijl we daar ons ontbijt aan het bestellen waren, kwam onze tourgids binnen. Een rasechte Kiwi, Mike. Hij had een nogal heftige nacht gehad, maar na een uurtje en een paar koppen koffie zou dat wel over zijn. It’ll all be fine, it’s very easy. Trust me. Yeah, sure. Na het ontbijt van heerlijke pannekoekjes met fruit en een sapje konden we op pad. Na een kleine 50 hele gezellige minuten waren boven op een berg die het begin van de tour markeerde. Daar kregen we allemaal een beschermende outfit aangemeten en instructies over hoe de mountainbike te gebruiken. Hierna moesten we natuurlijk nog even de Goden goed gestemd krijgen, dus iedereen moest een scheutje 96% alcohol op de grond gieten, daarna op je fietsband en er daarna een slokje van nemen. Waarschijnlijk om de zenuwen wat te temmen. Spiritus is er niks bij. Nadat Mike nog een extra slok had genomen en de rest aan moeder aarde had gegeven konden we vertrekken. In het begin was het allemaal nog een beetje onwenning en eng, maar al gauw sjeesden we met een behoorlijke snelheid de berg af. Het was gelukkig niet heel druk op de weg, waardoor we af en toe ook nog een beetje om ons heen konden kijken. Het uitzicht was echt fantastisch! Er was van tevoren gewaarschuwd dat we snelheden van ongeveer 80 km/u zouden kunnen bereiken en dat we er verstandig aan deden niet te remmen in de bochten. Ehm, hoe moet dat dan als er alleen maar bochten zijn? Het hielp ook niet echt dat het rond het vriespunt was en onze vingers langzaamaan in ijsjes aan het veranderen waren. Gelukkig ging de daling over het asfalt vrij snel en werd het al snel iets warmer. Bij een tunnel aangekomen kwam het eerste ‘echte’ fietsstuk over gravel. Er waren namelijk nogal wat ongelukken in de tunnel gebeurd, waardoor deze nu verboden was voor fietsers en we eromheen moesten. We hadden gehoopt dat de echte death road een net zandpaadje zou zijn, maar het bleek dus helemaal gravel te zijn. Fijn.

Voorbij de tunnel was de douane, waarna de fietsen weer even op het busje mochten omdat er nu een klim van 8 kilometer kwam waar niemand echt behoefte aan had. Na deze acht kilometer begon het pas echt. De Deadliest Road in the World. Zoals de naam al een beetje aangeeft, zijn op deze weg meer mensen dood gegaan dan op welke andere weg ter wereld. Lekker vooruitzicht. Gelukkig hadden we de filmpjes niet van te voren gezien. Hier volgde nog een korte instructie die bestond uit: altijd aan de rechterkant van je fiets gaan staan, zodat alleen je fiets van de cliff stort als er iemand tegen je aan knalt en NIET naar de omgeving kijken, alleen naar de grond een paar meter voor je en NIET naar vlinders kijken, vlinders willen je vermoorden. Inmiddels waren er ook wat extra niet-remmen momenten bijgekomen: niet op bochten, niet op grote stenen, niet in riviertjes, niet op natte stukken, niet in de modder, etc. Ehm, wanneer mogen we dan wel remmen? Nadat we er enigszins aan gewend waren dat we aan de kant van de afgrond moesten rijden en dat onze fiets niet zomaar door elk steentje van koers zou raken, konden we er zelfs af en toe een beetje van genieten. Zolang je niet in je ooghoeken die verschrikkelijke afgrond zag liggen in ieder geval. Een halve kilometer is echt heel diep. Als je hier valt ben je zonder twijfel morsdood. Na een paar stops was het warm genoeg om wat lagen uit te trekken en waren zelfs de watervallen waar we onderdoor moesten fietsen lekker verfrissend. We gingen steeds in etappes naar beneden, waarbij we uitleg kregen over wat ons te wachten stond. Wat we natuurlijk meteen weer vergaten om onszelf vervolgens gewoon naar beneden te storten. Door alle niet-remmen-regeltjes vrees ik dat ook wij hier af en toe 50 km/u hebben gehaald. Doodeng, maar we hebben het overleefd!

Eenmaal beneden werden we meteen meegestuurd voor nog een adrenaline stoot: de Zipline. Drie stukken van elke meer dan 500 meter die met een snelheid van 85 km/u over de prachtige omgeving suizden. Je kon er zittend vanaf gaan, maar als je als superman ging had je je handen vrij om een filmpje te maken. Dat moesten we natuurlijk proberen. Het is echt geweldig om als een vogel over rivieren en wegen en langs bergen en bomen te zweven. Veel te snel was het dan ook weer afgelopen. Vervolgens werden we in de stromende regen in de open laadbak naar een ecoresort gebracht om te lunchen. Hier wordt voor gewonde of gesmokkelde dieren gezorgd en deze mocht je dus ook gaan bekijken. Na de lunch, een douche en het in ontvangst nemen van het t-shirt, het bewijs dat we de tour overleefd hebben, was het alweer tijd om terug te gaan. De rit terug naar boven zou namelijk zo’n 3.5 uur duren. Halverwege stopten we om te plassen. Niet alleen koste het 1 hele Boliviano, maar er zaten ook nog eens geen deuren in de hokjes. Gewoon broek omlaag en squatten dus. There’s a first time for everything!

Rond 19.30 waren we terug in La Paz en na een snelle stop bij de supermarkt voor wat broodjes en een voedselpakket voor de volgende dag waren we rond 20u weer bij het hostel. Na een broodje met pindakaas, njammie!, en een kop cocathee was het eigenlijk de bedoeling dat we onze backpacks in zouden pakken, maar dat ging echt niet meer lukken. Morgen de wekker dus maar een kwartiertje vroeger.

De touroperator had gezegd dat we rond 8u opgehaald zouden worden, dus wij stonden netjes op tijd uitgecheckt en al, tassen in de kluis, met een gehaast in elkaar geflanst ontbijt bij de deur. 20 minuten later waren ze er echter nog niet, dus wij verwachten al dat ze ons vergeten zouden zijn. Bij de receptie wisten ze ons echter te vertellen dat ze hier meestal pas rond 8.45 langs kwamen en dat we gewoon rustig konden gaan ontbijten en dat ze ons wel zouden roepen. Fijn, voor niks als een malle lopen rennen. Vast weer honderd dingen vergeten. Om 8.45 kwam er prompt iemand naar boven om te zeggen dat de tour er was om ons op te halen. De eerste plek die we zouden bezoeken was Chacaltaya, vanwaar we een mooi uitzicht over de stad en het landschap er omheen zouden hebben. De rit erheen was minstens zo eng als de death road gister en niet zelden kieperden we bijna de afgrond in. Het was wel een mooie afgrond. Daar kun je niks van zeggen. Bolivia lijkt wel een andere wereld. Ze hebben het allemaal. Jungle, bergen, sneeuw, rotsen, woestijn, zoutvlakte. Echt gaaf. En de lama’s groeien hier als schapen. Supertof. Na een paar fotostops kwamen we boven, waar het vooral heel koud en mistig was. Toen het ook nog eens begon te sneeuwen hebben we het aanbod om de 200 meter naar de ‘top’ te klimmen vriendelijk afgeslagen. Een paar durfals die de tocht wel gemaakt hadden, kwamen nogal bevroren en uigeput terug. Onbevredigd, want het was zo mistig dat ze helemaal niks hadden kunnen zien. Natuurlijk begon het op te klaren toen we weer naar beneden reden. Dat is een wet. Na een rit van ongeveer 2 uur variërend van prachtig landschap tot sloppenwijken en het huis van een belangrijke meneer en de villawijk van La Paz kwamen we aan bij de Valle de la Luna (de maanvallei). Waarom die zo heet is me nog steeds niet helemaal duidelijk, maar hij was wel mooi. De wind en vast allerlei andere natuurlijke krachten hadden de rotsen in allemaal punten en stalacmieten uitgesleten. Na een rondje door het park was het tijd om te gaan, want er kwam een onweersbui aan en dat zou te gevaarlijk zijn.

Rond 16u waren we weer terug in La Paz, waar we met drie mensen die ook mee op de tour waren, Anthony, Zach en zijn vriendinnetje, over de witches market hebben gestruind op zoek naar de mooiste lamafoetus en het geilste kruid. Hierna zijn we een lokale? specialiteit gaan eten. Ceviche, rauwe vis. Misschien niet het allerverstandigste als je een nacht de bus in moet, maar inmiddels hadden we al zoveel overleefd dat dit er ook nog wel bij kon. Rond 18u was het tijd om te vertrekken. Afscheid genomen en spullen opgehaald in het hostel. Met de taxi naar de busterminal en nadat we voor 3 verschillende belastingen en bonnetjes terug gestuurd waren mochten we de bus in. We hadden plaatsen recht tegenover de deur die om de haverklap open ging terwijl het buiten rond het vriespunt was. Niet echt prettig. Al gauw was het donker en vielen we zo goed en kwaad als het ging in slaap. Rond 00.45 stonden we stil voor de zoveelste stil. Alleen gingen we hier maar niet weg. Na twee uur kou lijden begonnen we ons toch een beetje zorgen te maken. Helemaal omdat niemand de behoefte had om ons ook maar iets te vertellen. Op het punt dat ik echt ging ontploffen en iemand de bus uit ging trappen, omdat ‘ie alweer de deur open had laten staan, werd bekend gemaakt dat we voor een blokkade stonden. Al 6 uur lang! Er moest eerst met de overheid gepraat worden. Wat voor blokkade is dat dan in hemelsnaam? We zouden dus moeten gaan lopen 3 uur vooruit of 3 uur achteruit. Met backpack. In 0 graden. Vanwege de temperatuur besloten we nog even te wachten. Net toen we om 7.15 wilden gaan, werd er geroepen dat de blokkade was opgeheven. Iedereen juichen natuurlijk. Willekeurige mensen begonnen in te stappen en een man vroeg waar wij vandaan kwamen. Op ons antwoord reageerde hij met: ‘ah, Niederlanden. Chocoladevla!’ Je kunt maar ergens bekent om staan. Uiteindelijk waren we pas om 16.30 in Sucre en waren we inmiddels bijna aan het stikken van de hitte, omdat de airco natuurlijk niet werkte en de ramen niet open konden. Om 18u vertrok de bus naar Potosí alweer, dus we hebben maarliefst anderhalf uur van Sucre mogen genieten. Daarin hebben we het wel voor elkaar gekregen om de smerigste maaltijd tot nu te eten. Moet je ook maar kunnen vinden. De bus naar Potosí was gelukkig een stuk aangenamer. ‘Maar’ 3.5 uur en de raampjes konden zelfs open. Het stadje zelf ziet er heel oud uit, maar de busterminal is supermodern. Met de taxi naar het hostel waar we hartelijk ontvangen werden. Er werd meteen een tour voor de volgende dag geregeld en we kregen een verse kop cocathee voor onze neus. De zoon van de eigenaar vond Mahlet wel leuk en wilde ons allerlei Argentijnse So You Think You Can Dance filmpjes laten zien. Hij vond ze volgens mij heel normaal, maar het was meer porno dan ik in mijn leven heb gezien. Rond 24u hebben we hem dan ook vriendelijk bedankt voor zijn bijdrage aan onze culturele kennis en zijn we gaan slapen.

Woensdagochtend ging om 7 uur de wekker. Na een stevig ontbijt kwam onze gids Antonio ons ophalen om naar de mijnen te gaan. Er gingen ook nog twee meisjes uit La Paz en een Pools koppel mee. Onze beschermende outfit bestond uit kaplaarzen, een modieuze oranje broek en hestje en een helm. Onze eerste stop was de miners market. Hier verzamelen de werkers ’s ochtends om hun dagelijkse proviand te halen. Cocabladeren, sigaretten, 96% alcohol (nee, niet om hun handjes mee te desinfecteren) vruchtensap en dynamiet. Dit is de enige plek ter wereld waar je dynamiet gewoon op straat kunt kopen. Terrorist heaven! Hierna was het tijd om naar de echte mijn te gaan. Aangezien Antonio zelf vijf jaar in de mijnen heeft gewerkt nadat zijn vader was overleden, gingen we naar de echte mijn in plaats van naar de touristenmijn. En dat hebben we geweten. Na ongeveer 10 minuten trok de Poolse vrouw het niet meer en moest Antonio haar naar buiten brengen. Wij kropen, klommen, gleden, vielen en struikelden dapper verder. Langs gaten waar de bodem niet van te zien was. Over rollende stenen waar we een voor een moesten gaan omdat je anders bedolven kon worden. Langs onmogelijke bochten waar we letterlijk gered werden door de Pool, omdat Antonio al bij het volgende enge stuk was. Het is een wonder hoe de mijnwerkers de weg kunnen vinden in dit enorme stelsel van gangen, trappen en afdalingen. Vooral de mijnwerkers aan het werk zien is erg indrukwekkend. Ze zien er ontzettend verdrietig uit en de levensverwachting door alle giftige stoffen is maar 35-45 jaar. Onderweg kwamen we naast veel rotsen en mineralen ook een aantal duivels tegen aan wie de mijnwerkers offers brachten voor geluk en veiligheid. Er worden cocablaadjes en alcohol op handen, voeten en de penis gesprenkeld en na het drinken van het restje alcohol wordt een spreuk gezegd. De meisjes moesten de penis natuurlijk ook even aanraken voor 7 jaar geluk en een leuke man en wat kindjes. Na nog wat klimmen en klauteren kwamen we uit bij de rails waar van die echte film/mariokart mijnkarretjes op racen. Ook levensgevaarlijk, want je kunt er niet echt voor aan de kant. Na ook dit avontuur overleefd te hebben, vond iedereen het wel welletjes en we haalden dan ook opgelucht adem toen we weer buiten in de frisse lucht stonden. Het was ontzettend eng, maar vooral ontzettend gaaf om het echte leven hier te zien. Nu maar hopen dat de penis van de duivel zijn werk doet. Hij kon in ieder geval niet voorkomen dat ’s avonds de bliksem in sloeg in het hostel, dus weet niet of we er veel van mogen verwachten.

Donderdag vertrok om 11u de bus richting Uyuni. Deze zat stampvol en dat zorgde meteen voor een fantastisch geurspel. Gelukkig kon het raam na wat grof geweld open, zodat we nog enigszins konden ademen. Na een kleine 6 uur kwamen we aan in Uyuni en daar zijn we eerst op zoek gegaan naar een hostel. Nadat we die gevonden hadden en hun laatste halve rolletje wc papier opgeëist hadden, zijn we een tour gaan boeken. De touroperators die Antonio had aangeraden waren of dicht of te duur en hadden geen plek, maar tegenover ons hotel zat er een die ons wel professioneel leek. Ook het vrouwtje leek ons eerlijk en er waren al twee Australiërs en een Amerikaan ingeschreven. Altijd gezellig. Na de driedaagse tour geboekt te hebben zijn we Burrito’s gaan eten. Zo ongeveer de enige tent waar je iets behalve Pizza kon krijgen. Blijkbaar denken ze dat toeristen dat graag willen eten.

21/12/12. Het einde van de wereld. Dan lijkt me de zoutvlakte van Bolivia een mooie plek om aan je einde te komen. We mochten onze backpacks bij de touroperator achterlaten en met alleen onze eastpak en een klein tasje gingen we op pad. Na kennisgemaakt te hebben met onze tourgenootjes Jessica en Tom uit Australië, Ryan uit de USA en (H)ugo uit Frankrijk (hij sprak zelfs een paar woorden Engels, mensen!) kon de tour beginnen. De eerste stop was niet ver weg: de Train Cemetery. Allemaal treinwrakken waar je leuk op kon spelen en waar zelfs schommels aan hingen! Die moesten natuurlijk even uitgetest worden. De volgende stop was een marktje en hier heb ik eindelijk een souvenir voor mama kunnen vinden. Al was die lamafoetus natuurlijk echt ideaal geweest. Hier kregen we ook nog even snel uitgelegd hoe zout geraffineerd werd. Daarna gingen we richting het Playa Blanco salt hotel. Langzaamaan begon de omgeving te veranderen en opeens waren we op de zoutvlakte. Zo ver je kon kijken alleen maar wit. Heel vreemd. Het lijkt sneeuw, maar het is echt zout. En zo smaakt het ook :p. De rit vervolgde zich naar Isla del Pescado. Een eiland midden in de zoutvlakte dat bezaaid is met cactussen. Een heel vreemd gezicht. Onderaan het eiland kregen we eerst een lunch die bestond uit rijst, groenten en ‘buffalo’. Aangezien we hier nog niet eens een halve koe hebben zien lopen, vrees ik dat het Lama was. Het smaakte echter prima, dus laten we daar maar niet over nadenken. Na de lunch het eiland over geklauterd. Heeft zeker een paar bijzondere foto’s opgeleverd. Cactussen in de ‘sneeuw’.
Hierna zocht Edgar (onze gids) een mooi plekje uit midden op de zoutvlakte waar we de beroemde foto’s gingen maken. Natuurlijk hebben we alle cliché foto’s ook gemaakt, maar ik geloof niet dat iemand eerder in een rubbereendachtbaan heeft gezeten. Nadat Ryan zijn naaktfoto had gemaakt moesten we echt gaan, omdat we anders in het donker onze weg zouden moeten vinden. Bij de slaapplaats aangekomen was het eerst tijd voor een kop koffie/thee en daarna wilden Ryan en Tom een rondje hard gaan lopen. Op het moment dat ze buiten stonden stak er echter een enorme zandstorm op (toch het einde van de wereld?) dus ze kwamen lekker gezandstraald terug. Na het avondeten hebben we de hele avond ‘gezellig’ fanatiek geweerwolfd.

Zaterdag zaten we alweer om 6.30 in de auto. Bij het eerste dorpje dat we tegenkwamen moest er cola in geslagen worden, want Tom en Ryan hadden een fles rum bij zich die nodig op moest. Uiteindelijk hebben we het kunnen rekken tot een uur of half 10, maar tegen 10 uur was de hele fles rum leeg. Ryan was gelukkig nog steeds in staat om onze lekke band te vervangen. Vandaag stond vooral in het teken van Laguna’s en bij elke stop werd het kouder en kouder. Op een gegeven moment gaf niemand meer om de flamingo’s of het mooie uitzicht, maar wilde iedereen gewoon terug de auto in. Bij het lunchrestaurant aangekomen was het zelfs gaan regenen en moesten we 20 Bob’s betalen om binnen te mogen zitten. De wc was buiten en ecologisch. Best verfrissend zo’n windje tegen je blote billetjes. De laatste stop voor we bij onze slaapplaats voor deze nacht aankwamen was lake Colorado. Alweer een prachtige omgeving met de meest fantastische kleuren en op sommige stukken lag zelfs ijs! Na onze tassen gedropt te hebben op ons bed gingen we nog snel voordat het donker werd naar de geisers. Morgenochtend was daar namelijk geen tijd meer voor. Heel gaaf om te zien en ik kreeg bijna de neiging om erin te springen om een beetje warm te worden. Het sneeuwde gewoon! De zwavelgeur was iets minder prettig, dus na een kwartiertje had iedereen er wel weer genoeg van. Gauw terug om op te warmen. Vanavond wilde niemand met ons spelen en aangezien we met z’n allen op een kamer lagen, besloten we om maar een ouderwetse pyjamaparty te houden. Ook gezellig.

Zondagochtend hoefden wij pas om 7 uur op te staan, maar Tom en Jessica hadden ons al rond 5.30 verlaten, omdat zij naar de Chileense grens gebracht zouden worden. Wij kregen hier Sophie en Justine voor in de plaats. Ook heel gezellig, maar duidelijk een stuk rustiger ;). Onderweg zijn we nog een paar keer gestopt om foto’s te maken en om te lunchen. Bij een van de punten stond een auto stil met pech en aangezien onze gids in zijn ‘vrije’ tijd automonteur, dus hij sprong meteen onder de motorkap. Aangezien iedereen daar vol verwondering naar had staan kijken, merkten we pas toen we weg wilden rijden dat onze eigen band wéér lek was. Gelukkig had de andere auto nog een reserveband die we mochten gebruiken. Nog een laatste tussenstop in een dorpje voor ons 1e Boliviaanse ijsje en rond 15u waren we weer terug in Uyuni. Daar hebben we lamapizza gegeten en vervolgens wilden we in een cafeetje de tijd uitzitten tot 2 uur. Dan zou onze trein naar Tupiza namelijk vertrekken. Om 23u werden we echter buiten gegooid. Zondagavond, dus alles was dicht. We mochten zelfs niet in de lobby van een hostel blijven terwijl het buiten rond het vriespunt was. Aangezien het treinstation zelf dicht was, zat er niets anders op dan in een semi afgesloten wachtruimte zonder bankjes tussen de zwervers op de betonnen vloer te gaan liggen. Daar hebben we drie uur lang al bibberend in een onderkoelingscoma liggen wachten op de trein die natuurlijk te laat was. De conducteur probeerde ons lekker te maken met het feit dat onze coupé heerlijk warm was, maar die rook vooral naar verschrikkelijke infectieziekten. Toen ik ’s nachts(er) wakker werd, zag ik om me heen alleen maar verschrikkelijke afgronden en de trein was als een malle aan het schommelen. Snel oogjes weer dicht en bidden voor een goede afloop. Wonder boven wonder kwamen we rond half 10 in Tupiza aan. Snel het hostel opgezocht, spullen gedumpt en gaan ontbijten. Na het ontbijt hebben we onze eerste welverdiende douche in 4 dagen genomen en daarna zijn we allebei uitgeput in slaap gevallen. Om half 5 even geskypt met het thuisfront en daarna geprobeerd de vlucht naar Ushuaia te boeken. Onze creditcards werden echter niet geaccepteerd, maar gelukkig was mama zo lief om de vlucht voor ons te boeken. Terwijl wij hiermee bezig waren kwam Hugo ineens binnen gelopen. Welkome afleiding en met z’n drieën zijn we een kerstavondmaal gaan eten. Hij was zo gek om na het eten nog even in het zwembad te springen, maar dat vonden wij toch echt te koud. Misschien een nieuwjaarsduik in Buenos Aires.

1e kerstdag hebben we vooral besteed aan het plannen van de rest van onze trip en dat is aardig gelukt. Het is een vrij strakke planning aangezien we er tussen neus en lippen door twee landen aan toegevoegd hebben. Naast Bolivia en Argentinië zal ik straks ook stempels van Chili en Paraguay in mijn paspoort hebben staan. Zoals mama al zei: Argentinië is toch maar eentonig. Om 13u ging Hugo ervandoor om zijn bus naar Vilazón te halen. ’s Middags hebben we na de lunch van broodjes pindakaas netjes onze dagboeken bijgewerkt en een tour voor de dag erna geboekt. Ons kerstmaal bestond uit een pizza, omdat echt iedereen die aanraadde. Hij was gelukkig ook echt lekker. 2e kerstdag stonden we al om 8 uur beneden om onze was af te geven. Daarna zijn we naar de touragency gegaan in de hoop dat na ons smeekwerk van gister nog andere mensen zich hadden opgegeven voor de triathlon. Dit bleek niet het geval te zijn, dus hebben wij onze tour maar snel omgegooid naar alleen drie uur paardrijden. Scheelt toch weer 255 Bob’s per persoon. Samen met Fleur en Mathias liepen we naar de stallen waar we een paard toegewezen kregen. We hebben een prachtige tocht gemaakt door echt western gebied. Waarom ze hier niet meer films geschoten hebben is me een compleet raadsel. Je verwachtte elk moment dat de kogels je om de oren zouden vliegen en er in volle galop cowboys langs gesjeesd zouden komen. Na ruim drie uur was iedereen weer veilig terug gekomen en konden we een heerlijke duik in het zwembad nemen. ’s Avonds zijn we echt vlees gaan eten bij een outdoor bbq. Geen idee welke delen we allemaal gegeten hebben, maar het was lekker. Mahlet wilde haar foto’s uploaden in het internetcafé, dus ik ging kijken of onze was al klaar zou zijn. Daar werd in eerste instantie gezegd dat het morgenvroeg echt klaar zou zijn, maar dat kon natuurlijk niet. Toen ik begon te protesteren zou het ineens echt vanavond sowieso zeker te weten klaar zijn. Ik besloot beneden in de lobby te wachten. Op een gegeven moment kwamen er wel zakken met was binnen en ik keek ze vragend aan, maar dat zou niet van ons zijn. Toen Mahlet een half uur later binnen kwam, werd ze door het oude vrouwtje bij de arm gegrepen die zei dat de was morgenochtend om 7 uur klaar zou zijn. Wij hadden echter met een stel Australiërs en Fleur en Mathias afgesproken om om 7 uur te vertrekken zodat we samen een taxi konden nemen naar de grens. Toen Mahlet het nog een keer bij de balie ging vragen bleek onze was daar ineens toch te zijn. Toen we afgerekend hadden (belachelijk veel te veel natuurlijk) en onze was boven uitpakten was hij niet alleen compleet (wauw!), maar ook nog steeds zeiknat! Na van het televisiesnoer een waslijn in elkaar geflanst te hebben zijn we dus maar op jacht gegaan naar een toetje. Ook daar was het geluk niet met ons en alles ging voor onze neus dicht. Dan maar een sapje, want we wilden echt nog niet terug naar die chaoskamer. Toen we rond 23u terug waren, was alles nog steeds nat. Dat betekend dus morgen extra vroeg op staan om de backpack in te pakken.

Donderdagochtend om kwart voor 6! de wekker en om 7 uur zaten we netjes helemaal ingepakt aan het ontbijt. Daarna met bepakking naar de busterminal gelopen waar we voor 25 Bob’s pp een taxi naar de grens namen. Onderweg raakten we wat delen van de auto kwijt, maar dat kon de chauffeur niet echt deren. Bij de grens eerst onze bolivianos omgewisseld naar pesos en daarna in de rij voor de douane gegaan. Als echte hollanders natuurlijk voorgedrongen, want de rij was echt te lang en de zon te heet. Later kregen andere mensen op hun kop omdat ze ook in de rij gesneakt waren, maar wij deden natuurlijk alsof we van niks wisten. Ook al stonden ze heel hard naar ons te wijzen. Er was letterlijk maar één mannetje aan het werk, dus er gingen maar ongeveer 30 mensen per uur de grens over. Eindelijk aan de beurt en het was nog even spannend, want ik had mijn reizigersvisum niet meer. De man leek het echter niet op te merken en ik kreeg netjes mijn stempel. Daaaaag Bolivia! Recht naast het Boliviaanse hokje was het Argentijnse hokje waar maarliefst 2 mensen bezig waren. Daar waren we dus zo voorbij. Tassen door een mobiele scanner en daarna een pokkeneind de heuvel oplopen richting de busterminal. Mahlet werd meteen overal voor zwarte uitgemaakt. Welcome to Argentina. De man bij de buscompany vond haar geloof ik heel fascinerend, want hij wilde ons heeeel graag helpen. Toen we bij de bus stonden te wachten kwam hij zelfs nog even zeggen dat dit echt de goede bus was en daarna nog een keer om onze tassen 2 meter te verplaatsen. Ehm, dankje. Mag ze haar kleren wel aanhouden?

Om 12.30 stapten we in de bus die ons in 7 uur naar Salta zou brengen. Onze eerste stad in Argentinië. Bolivia was fantastisch. Laten we hopen dat Argentinië ook aan onze verwachtingen voldoet!

Besos! (ik ben blij dat Mahlet Spaans spreekt, want er is echt niks te maken van dat binnensmondse gebrabbel!)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Iris

Actief sinds 19 Aug. 2015
Verslag gelezen: 154
Totaal aantal bezoekers 8587

Voorgaande reizen:

16 November 2015 - 01 April 2016

Tanzania

26 Augustus 2012 - 01 Februari 2013

Zuid-Amerika

Landen bezocht: